Gebruikers-bediening
Dit wordt gebruikt om instellingen te configureren voor gebruikersverificatie. Druk op [Gebruikers- bediening] en configureer de instellingen.
Instelling gebruikersauthenticatie
Deze instellingen activeren of deactiveren de
gebruikersverificatie en specificeren de verificatiemethode.
Wanneer de gebruikersverificatie geactiveerd is, wordt elke
gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een
gebruiker inlogt, worden de instellingen voor deze gebruiker
toegepast. Deze functie geeft een grotere controle op
veiligheid en kostenbeheersing dan op vorige machines.
Systeeminstellingen
Instelling gebruikersauthenticatie
Gebruikersauthenticatie
Instelling authenticatiemeth.
Inst. apparaataccountmodus
• Gebruikersauthenticatie
Als u gebruikersverificatie mogelijk wilt maken,
selecteert u het vakje [Gebruikersauthenticatie]
en drukt u op [OK]. Wanneer het vakje
[Gebruikersauthenticatie] wordt geselecteerd
verschijnt er een loginscherm wanneer iedere modus
anders dan het opdrachtstatusscherm* wordt
geselecteerd. Inloggen met uw opgeslagen
gebruikersinformatie. (Voor de procedure om de
gebruikers op te slaan, zie "Gebruikersregistratie"
(pagina 77)). Nadat u hebt ingelogd, kunt u vrij door de
modi bewegen. Voor de loginprocedure in het
loginscherm, zie
ingeschakeld" (pagina 6).
* Let op dat het loginscherm verschijnt wanneer een
bestand opgeslagen door documentarchivering gebruikt
wordt of er een nieuwe poging wordt gedaan voor een
rondzendtransmissie van het opdrachtstatusscherm.
• Instelling authenticatiemeth.
Als u een van de volgende verificatiemethodes wilt
selecteren, drukt u op de toets [Instelling
authenticatiemeth.] nadat u het vakje
[Gebruikersauthenticatie] geselecteerd hebt
Selecteer de gewenste toets en druk op [OK].
• Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam en
wachtwoord:
Deze methode is vereist als netwerkverificatie
gebruikt wordt.
• Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam,
wachtwoord en e-mailadres:
Dit wordt gebruikt als LDAP3 is geconfigureerd en
e-mailadressen gebruikt worden voor verificatie.
• Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer
authenticeren:
Dit kan gebruikt worden als een eenvoudige
loginmethode wanneer netwerkverificatie niet
gebruikt wordt.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
Beheer aanmeldnamen/-wachtwoorden
Nee
"Als Gebruikersauthenticatie is
• Inst. apparaataccountmodus
Een specifieke gebruiker kan worden opgeslagen als
auto logingebruiker Wanneer deze instelling
geactiveerd is, kan hij automatisch worden uitgevoerd.
Deze functie bespaart u de rompslomp van inloggen
en maakt het toch mogelijk de instellingen van de
geselecteerde gebruiker (netwerkinstellingen,
favoriete handelingen, enz.) toe te passen.
Als u een gebruiker wilt opslaan voor auto login, drukt
u op de toets [Inst. apparaataccountmodus] nadat u
OK
het vakje [Gebruikersauthenticatie] geselecteerd hebt
.
Systeeminstellingen
Inst. apparaataccountmodus
Selecteer het vakje [Apparaataccountmodus]
,
druk op de toets [Gebr.selectie]. Het scherm
gebruikerkeuze verschijnt. Selecteer de auto
logingebruiker. Er verschijnt een verificatiescherm ter
bevestiging van doelen nadat de auto logingebruiker
is geselecteerd. Voer het wachtwoord in om de
instelling te voltooien.
• Het loginscherm wisselt afhankelijk van de
verificatiemethode die geselecteerd is. Zie voor
meer informatie
ingeschakeld" (pagina 6).
• Let erop dat de verificatiemethode is ingesteld
voordat u de gebruikers inschrijft. Wanneer
gebruikers worden ingeschreven, wordt voor elke
gebruiker informatie geconfigureerd
(gebruikersnaam, wachtwoord enz.) gebaseerd op
de geselecteerde verificatiemethode.
.
• Wanneer "Een gebruiker alleen d.m.v.
gebruikersnummer authenticeren" wordt
geselecteerd als verificatiemethode, kan
netwerkverificatie niet worden gebruikt.
• Als auto login om een of andere reden niet werkt
zodra auto login is geactiveerd, of als de
logingebruiker geen beheerdersrechten heeft,
worden alle systeeminstellingen of de
systeeminstellingen (beheerder) geblokkeerd. In dit
geval dient de beheerder de toets
[Beheerderswachtw] in het scherm
systeeminstellingen in te drukken en opnieuw in te
loggen.
76
Apparaataccountmodus
Gebr.selectie
AAA AAA
"Als Gebruikersauthenticatie is
OK
en