Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Met Flits Fotograferen - Leica M10-R Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor M10-R:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanwijzingen
• Voor de ingestelde correcties geldt - onafhankelijk van de wijze
waarop ze oorspronkelijk zijn ingevoerd: Deze blijven zo lang
geldig tot ze handmatig weer op
zeggen: ook als de camera tussendoor uit- en weer ingeschakeld
is geweest.
•  
Flash Exposure Compensation
Flash Exposure Compensation
flitsapparaten met een eigen correctiefunctie worden gebruikt,
bijvoorbeeld de Leica SF 58.
• Een op de camera ingevoerde correctiewaarde is niet effectief
zodra op een overeenkomstig uitgeruste en geplaatste flitser,
zoals de Leica SF 60, een correctiewaarde wordt ingevoerd.
• De menuoptie
Flash Exposure Compensation
Flash Exposure Compensation
het gebruik met flitsapparaten, waarop de correctie niet zelf kan
worden ingesteld (bijvoorbeeld Leica SF 26).
• Een met plus-correctie gekozen heldere flitsverlichting vereist
een hoger flitsvermogen. Daardoor beïnvloedt een flitsbelich-
tingscorrectie meer of minder sterk het flitsbereik: een
plus-correctie vermindert haar, een minus-correctie verhoogt
haar.
• Een op de camera ingestelde belichtingscorrectie beïnvloedt
uitsluitend de meting van het aanwezige licht. Wanneer u in de
flitsmodus gelijktijdig een correctie van de TTL-flitsmeting wenst,
moet u deze extra op het flitsapparaat instellen. (Uitzondering:
met de Leica SF 26 moet de correctie aan de camera door
middel van menubediening worden ingesteld.)
worden teruggezet. Dat wil
0
0
is uitsluitend beschikbaar als
dient uitsluitend voor

MET FLITS FOTOGRAFEREN

Flitsapparaat inschakelen
Op het flitsapparaat de geschikte modus voor regeling van het
richtgetal (bijvoorbeeld TTL of GNC = Guide Number Control)
instellen.
Camera inschakelen
Gewenste belichtingsmodus respectievelijk de gewenste
sluitertijd en / of diafragma instellen
• Let daarbij beslist op de kortste flitssynchronisatie-tijd, omdat
deze bepaalt of er een 'normale' opnameflits of een HSS-flits
wordt afgegeven.
Vóór iedere flitsopname ontspanner aantikken om de belich-
tingsmeting in te schakelen
• Als dit door te snel en in één keer volledig indrukken van de
ontspanner wordt verzuimd, zal het flitsapparaat eventueel
niet worden geactiveerd.
Aanwijzingen
• Het flitsapparaat moet klaar voor gebruik zijn, anders kan dit
foutieve belichtingen en foutieve meldingen van de camera tot
gevolg hebben.
• Studioflitsinstallaties hebben vaak een zeer lange flitsduur. Het
kan in dat geval daarom zinvol zijn een langere sluitertijd dan
1⁄180 s te kiezen. Hetzelfde geldt voor radiografisch gestuurde
flitstriggers bij het 'draadloos flitsen', omdat de radiografische
overdracht een tijdvertraging kan veroorzaken.
• Seriebeeldopnamen en automatische belichtingsreeksen met
flits zijn niet mogelijk.
• Om bewogen opnamen met langere sluitertijden te vermijden, is
het aan te bevelen een statief te gebruiken. Alternatief kunt u
een hogere gevoeligheid kiezen.
NL
97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave