NL
VERGROTING
F
2.8
1/8000
ISO
12500
EV
-3
2
1
0
1
2
3+
Hoe groter de details van het onderwerp op de monitor worden
afgebeeld, des te beter kan hun scherpte worden beoordeeld, en
des te nauwkeuriger kunt u de scherpte instellen.
Bij gebruik van de spot-meting bepaalt de positie van het meetveld
de situatie van het beeldfragment. Bij de andere belichtingsmeet-
methoden geeft een kruis de situatie van het beeldfragment aan.
Beide kunnen vooraf door middel van Touch-bediening of met
behulp van de keuzetoets naar de gewenste locatie worden
verplaatst.
Vergroting kunt u met het duimwieltje in twee stappen veranderen.
De laatst gebruikte positie en vergrotingstrap blijven behouden bij
de volgende keer dat u de functie oproept.
Om de vergrotingstrap aan te passen
▸
Duimwieltje draaien
Om de situatie van de uitsnede te veranderen
▸
Door het verwijderen de locatie van de uitsnede bij vergrote
afbeelding willekeurig verschuiven
of
▸
Keuzetoets in gewenste richting drukken
70
12MP
8234
DE HULPFUNCTIES OPROEPEN
In het beeld linksonder verschijnt de locatie en de vergrotingstrap.
Daarbij kan de getoonde uitsnede ook onvergroot zijn. Als u
hulpfuncties oproept, wordt altijd de laatst ingestelde vergrotings-
trap gebruikt.
Bij actieve Focus Peaking verschijnt rechts in het beeld
vermelding van de gebruikte kleuren. Als Focus Peaking niet actief
is, verschijnt overeenkomstig
U kunt de hulpfuncties altijd onafhankelijk van de afstandsinstelling
oproepen of verbergen.
Om de hulpfuncties op te roepen
▸
Focusknop indrukken
of
▸
Monitor op de willekeurige plaats tweemaal aanraken
Om de hulpfuncties te beëindigen
De handmatig opgeroepen hulpfuncties blijven actief tot ze worden
beëindigd.
▸
Focusknop indrukken
of
▸
Monitor op de willekeurige plaats tweemaal aanraken
of
▸
Ontspanner aantikken
met
.