Voer de instellingen voor de functies uit terwijl u "Het menu gebruiken" raadpleegt (blz. 4).
Onscherpte door cameratrilling
verminderen tijdens het maken van
videobeelden
[DIS MOVIE MODE]
K CAMERA MENU
Submenu 2
Er wordt opgenomen zonder gebruik
te maken van de functie beeldstabilisatie.
OFF
(Gebruik deze stand als de camera
bevestigd is op een statief of iets
gelijkaardigs.)
Tijdens de opname wordt gebruik
ON
gemaakt van de functie beeldstabilisatie.
Beeldstabilisatie kan geen bewegingson-
scherpte voorkomen ten gevolge van
bewegingen van het onderwerp of extreme
bewegingen van de camera.
Bij een instelling [ON] wordt tijdens
de opname lichtjes ingezoomd.
Een motiefprogramma selecteren
afhankelijk van de fotografeersituatie
[ / s ]
/ s
In de stand s zijn de optimale instellingen
voorgeprogrammeerd voor specifi eke
motiefprogrammma's. In bepaalde standen
kunnen deze instellingen daarom niet worden
gewijzigd.
Submenu 1
B PORTRAIT / F LANDSCAPE /
D LANDSCAPE+PORTRAIT /
/ NIGHT+PORTRAIT /
C SPORT / R SELF PORTRAIT /
V CUISINE / N SMILE SHOT /
A MOVIE
Foto's maken in het geselecteerde
motiefprogramma
"De beste stand gebruiken om de scène
te fotograferen (stand s)" (blz. 17)
DIS MOVIE MODE
K: A
Applicatie
K: s
Applicatie
De camera maakt
een foto in de
stand voor het
motiefprogramma.
De sluiter automatisch ontspannen als
de camera een glimlachend gezicht
detecteert (stand [ N SMILE SHOT]).
1 Selecteer [N SMILE SHOT] en richt
de camera op het onderwerp.
•
De zelfontspanner-LED gaat aan.
Als de camera een glimlachend gezicht
detecteert, maakt hij automatisch 3 beelden
na elkaar.
Foto's kunnen ook automatisch worden
genomen door op de ontspanknop
te drukken.
Afhankelijk van uw onderwerp kan een
glimlachend gezicht eventueel niet worden
gedetecteerd.
Instellingen uitvoeren aan de hand
van de fotogids [ R ]
R
Hiermee beschikt de gebruiker over
informatie op het scherm om automatisch
een gewenste camera-instelling te kiezen,
zoals het aanpassen van de instelling voor
een onderwerp of het selecteren van een
bepaalde instelling om een gewenst effect
te verkrijgen.
1 Volg de gids met
CEFD
te gaan.
Als u op de knop x drukt, wordt de
•
instelling voltooid en is de camera klaar
om foto's te maken.
SHOOTING GUIDE
Shoot w/ effects preview.
1
Brightening subject.
2
Shooting into backlight.
3
Set particular lighting.
4
Blurring background.
5
GUIDE
10
10
M
M
N
N
ORM
ORM
Om de fotogids te verlaten, drukt u op
de knop m om [EXIT] te selecteren,
waarna u op de knop x drukt. De functies
die werden ingesteld met de fotogids,
keren terug naar de vorige instellingen.
K: P G
om door
SET
OK
# #
MODE CHANGED
MODE CHANGED
17 17
IN
NL
27