68
68
68
Door de vezels van de vloerbedekking
1
wordt de rolstoel in een bepaalde richting
gestuurd, waardoor de rolstoel meestal niet
68
rijden. Dit effect wordt bij hoogpolig tapijt
68
68
68
68
68
68
3. Leren rijden
Zorg ervoor dat de kantelbare steunen op de rolstoel zijn bevestigd voordat de gebru-
iker ermee gaat rijden; dit is om veiligheidsredenen vereist. Eerst dient de gebruiker
vertrouwd te worden gemaakt met de werking van de e·motion in de fabrieksinstelling
(niveau 1, gevoeligheid „hoog"). Kies om te beginnen een vlakke ondergrond met een
glad oppervlak zoals steen, pvc of parketvloer, vermijd indien mogelijk vaste vloerbe-
dekking1. Bij gebruikers met weinig lichaamskracht is het in sommige gevallen noodz-
akelijk om direct op niveau 2 te beginnen.
in een rechte lijn zal
Laat de gebruiker een paar meter rechtuit rijden, stoppen
nogversterkt.
en weer optrekken.
Belangrijk!
Let er bij het rechtuitrijden op dat de linker- en rechtergrijpring gelijkmatig wor-
den aangeduwd. Vooral bij het overstappen van een rolstoel met handaandrijving
op eentje met een hulpmotor vergt dit van de rolstoelgebruiker in het begin eni-
ge aanpassing.
Om de producteigenschappen zo goed mogelijk te benutten, dienen de volgende pun-
ten in acht genomen te worden:
- Men hoeft de grijpring slechts betrekkelijk kort en licht aan te duwen - de
motor doet voor zover nodig de rest
- Niet aan de grijpring „trekken" of deze te lang leiden
- Bij het rechtuitrijden de linker- en rechtergrijpring gelijktijdig en gelijkmatig aandu-
wen
De volgende oefeningen zijn in het beginstadium een goed hulpmiddel om de nieuwe
manier van verplaatsen onder de knie te krijgen:
Oefening 1:
Rechtuit rijden - de grijpringen
met beide handen tegelijk
aanduwen. Aanduwen en stoppen.