Inhoudsopgave
Advertenties
64
64
64
64
64
64
64
64
64
64
2. Instelmogelijkheden
Motorische ondersteuning
Het motorvermogen kan door een druk op de knop [1] op twee niveaus worden inge-
steld. Dit maakt het mogelijk de motorische ondersteuning aan te passen aan de per-
soonlijke behoeften van de rolstoelgebruiker.
Het ondersteuningsniveau 1 is gewoonlijk bestemd voor het gebruik binnenshuis en
voor het normale gebruik buitenshuis.
Het ondersteuningsniveau 2 zorgt voor extra motorvermogen b.v. voor het nemen van
hellingen, stoepranden of opritten.
Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 7 van de gebruiksaanwijzing.
Sensor gevoeligheid
De gevoeligheid kan traploos worden afgestemd op de behoeften met behulp van een
stelknop [2] - de gevoeligheid kan voor het linker- en rechterwiel apart worden inge-
steld. Zodoende kan een onevenwichtigheid in de aanduwkracht worden gecompense-
erd.
In de fabrieksinstelling kan de sensor [3] door middel van de grijpring met weinig
krachtsinspanning tot het maximum worden ingesteld. Door de stelknop [2] in de rich-
ting van „+" te draaien wordt de gevoeligheid van de sensor verhoogd zodat de rolsto-
elgebruiker zich met minder lichamelijke inspanning kan verplaatsen.
Door de stelknop in de richting van „-" te draaien wordt de gevoeligheid van de sensor
verlaagd - de gebruiker moet zich meer inspannen om de rolstoel aan te duwen.
De instelmogelijkheid van de sensorgevoeligheid kan worden gedeactiveerd door de in
de stelknop aanwezige stifttap [4] los te draaien. Als de stifttap is losgedraaid, wordt
de sensorgevoeligheid niet meer gewijzigd, ook al draait men aan de stelknop.
Het wijzigen van de motorische ondersteuning [1] heeft in het algemeen geen invloed
op de sensorinstelling. Het opnieuw instellen van de sensor na het wijzigen van de
motorische ondersteuning of na het uitschakelen van de motor is dus niet nodig.
Advertenties
Inhoudsopgave
