Spoelen
Lees de waarschuwingen en aardingsinstructies in
de handleiding van uw spuitpistool. Als uw systeem
gebruik maakt van verwarmers, zet de stroomtoevoer
naar de verwarmers en de regeling van de
verwarmde slang af alvorens deze te spoelen.
LET OP
Om te verhinderen dat er vloeistof achterblijft in de
doseerapparatuur, moet u het systeem regelmatig
spoelen. Zorg ervoor dat er voldoende oplosmiddel
in de oplosmiddelentoevoer is alvorens te spuiten.
OPMERKING:
•
Zorg ervoor dat de spoelvloeistof compatibel
is en een coating van gemengde vloeistof
achterlaat op de binnenste buis van uw slang.
•
Gebruik een oplosmiddel dat het materiaal dat
u mengt, oplost.
•
Het oplosmiddel kan door viskeuze vloeistoffen
gaan en een coating van gemengde vloeistof
achterlaten op de binnenste buis van uw slang.
Zorg ervoor dat alle vloeistof grondig gespoeld
is uit de buis na elk gebruik.
•
Verwijder de spuittip voor een grondige
reiniging van de verlengslang en statische
mengers.
•
Laat de apparatuur altijd gevuld met vloeistof
om uitdroging en afschilfering te voorkomen.
•
U dient de onderdelen van de statische mixer
regelmatig te verwijderen, te reinigen en te
vervangen.
1. Volg de Drukontlastingsprocedure op pagina 12.
2. Verwijder de spuittip en laat deze weken in
oplosmiddel.
3. Sluit de dubbele afsluithendel (E).
3A1247G
4. Open de inlaatklep voor oplosmiddel (C). Voor de
Quickset-mengverdeler: sluit de spoelklep aan de
A-zijde (T).
T
5. Plaats de sifonbuis in een geaarde metalen emmer
met reinigingsvloeistof.
6. Stel de pomp in op de laagst mogelijke vloeistofdruk
en start hem.
7. Spuit met het pistool in een geaarde metalen
emmer met deksel. Gebruik een deksel van de
metalen emmer met een gat daarin om spatten
te vermijden. Spuit met het pistool totdat het
schoonmaakmiddel wordt gedoseerd.
a. Voor de standaard mengverdeler: ga naar stap 8.
b. Voor de Quickset-mengverdeler: sluit, na
kort spoelen via de klep aan de B-zijde, de
spoelklep aan de B-zijde (C) en open de
spoelklep aan de A-zijde (T). Herhaal stap
7 tot u klaar bent met reinigen.
T
8. Sluit de luchttoevoer van de oplosmiddelpomp af.
9. Houd een metalen deel van het pistool stevig
gericht naar een geaarde metalen emmer met
deksel. Bedien het pistool tot alle vloeistofdruk
ontlast is.
Bediening
C
ti18994a
ti1953a
C
ti18995a
C
13