Bediening
Bediening
Drukontlastingsprocedure
Volg altijd de drukontlastingsprocedure als u stopt
met spuiten of verdelen; en vóór reiniging, controle,
onderhoud en transport van de apparatuur.
De vloeistofdruk aan de A- en B-zijde
ontlasten
1. Zet de trekker op de veiligheidspal.
2. Zet het spuitapparaat uit.
3. Sluit de zelfontlastende luchtkraan.
4. Open de dubbele afsluithendel (E).
5. Sluit de vloeistofverwarmers af, als deze in gebruik
zijn op uw spuitapparaat.
6. Sluit de toevoerpompen af, indien deze gebruikt
worden.
7. Ontgrendel de veiligheidspal.
12
ti1949a
ti1950a
8. Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig
tegen een geaarde metalen emmer. Druk de trekker
van het pistool in om de druk te ontlasten.
9. Zet de trekker op de veiligheidspal.
10. Draai alle vloeistofaftapventielen in het systeem
open en houd een afvalbak bij de hand om het
uitkomende materiaal op te vangen. Laat de
ontlastventielen open tot u weer gaat spuiten.
11. Als u het vermoedt dat de spuittip of de slang
volledig verstopt zit of dat de druk niet volledig
ontlast is nadat u de bovenstaande stappen heeft
gevolgd; draai dan de ring van de tipbeschermer of
de eindkoppeling van de slang HEEL LANGZAAM
los en ontlast zo de druk geleidelijk; draai
vervolgens de ring of de koppeling helemaal los.
Verwijder de verstopping uit de slang of de tip.
Veiligheidspal
Zet de trekker altijd op de veiligheidspal als u ophoudt
met spuiten om te voorkomen dat het pistool gaat
spuiten omdat de trekker onverwacht met de hand wordt
ingedrukt of als het pistool valt of er tegen het pistool
wordt gestoten.
ti1953a
ti1949a
3A1247G