O
MODUS
U
kunt
de
patroon-programmeermachine instellen
op
Modus
'l
oÍ
Modus
2.
Hetverschil tussen
beide modi zit
in
de hoeveelheid breigegevens die
in
één
keervan
de patroon-programmeermachine
naar
de
breimachine kan
worden
overgebracht
en vice
versa.
Selekteer
de
modus
die
korrespondeert
met
het
type
breimachine.
Niet elke elektronische breimachine
heeft
dezelfde geheugenkapaciteit. De hoeveelheid informatie
die U
in
een
keer
wilt
overbrengen,
moet dan ook
overeenkomen
met
de
geheugenkapaciteit
van
de
breimachine.
Alleen
wanneer
U
de
juiste modus heeft geselekteerd, kunt
U
patroongegevens van
de
patroon-programmeermachine
naar
de
breimachine overbrengen.
Anders
is het niet
mogelijk
om
het
zo
zorgvuldig
ontworpen
patroon
te
breien.
Het is
dan
ook erg
belangrijk
om
de
juiste
modus
in
te
stellen, voordat
U
met
het
ontwerpen van
een
patroon
begint.
lZie
bldz.
55:
"INSTELLEN MODUS".)
O
PAGINA
De geheugenkapaciteit van
de
patroon-programmeermachine
is
even groot als die van een breimachine
met
de grootste
kapaciteit.
lndien
U
gebruik maakt
van
een breimachine
met
een kleinere kapaciteit,
dan
wordt
het geheugen, door het selekteren
van de
juiste
modus, verdeeld
in een
aantal
stukken.
Zo'n
deel
van het
geheugen
wordt
ook
wel
een
pagina genoemd.
De
kapaciteit
van
één pagina korrespondeert met
de
geheugenkapaciteit
van
de breimachine en komt overeen
met
één
spoor,
wanneer
U
gegevens
op diskette
overbrengt.
MODUS
1
Gebruikt
U een
breimachine
met
een groter
geheugen,
selekteer
dan Modus 1.
Het geheugen van
de
patroon-
programmeermachine
heeft dan
slechts
een
pagina.
U
kunt het
in
feite beschouwen
als één
groot vel
papier.
pagina
1
901
o.YB-
,ï,o
902
\'r:*-
7§È
s-ÈIlo-!i-o-
MODUS
2
voorstellen
als een
tekenboe
It)
pagi
na's.
Wanneer
een
pagina
vol
is,
gaat
U
gewoon door
naar de
volgende.
(Zie bldz.
56
"WIJZIGEN VAN EEN
PAGINA".)
Pag.
1
&
901
s
902
-54-
WIJZIGEN
MODUS
(PAGINA) (HOOFDMENU
7I
Gebru
kt
U een
breimach
ne met een
kletner geheugen,