5.
VERKLETNEN PATROON
(HULPMENU
5)
o Wanneer
U een
patroon
ontwerpt dat groter is
dan
48
steken
en/of 50
toeren.
kunt U
het verkleinen, zodat
U het
kunt
kontroleren.
(Voorbeeld)
+
ï,.-,u
110
f í )
Selekteer
funktie 5 van het
Hulpmenu
en
druk
op de
STEP-toets
\!-/
t-tl.(.tEtl
De
ciifers
oeven de
bovenste
en
onderste toer
aan
van
het
païroongedeelte dat
op het
scherm
te
zien
is.
U kunt
het gehele patroon
dat
U tekent, zien door
het te
verkleinen.
*
Verkleind
patroonscherm
.
Het
scherm bevat
200
steken
en
200
toeren.
o
De
groene
rechthoek
op het scherm
geeft
het gehele
patroongebied
weer.
.
Het
witte
vierkant
geeft
het gedeelte van het patroon
weer
dat
U
kunt
zien
op het
patroon-ontwerpscherm.
Wilt U
een ander gedeelte van
het
patroon-ontwerpscherm
zien,
verplaats
het
vierkant dan m.b.v.
de
kursortoetsen.
o
lndien
U
een
patroon
ontwerpt
dat
groter
is dan 200
toeren,
dan kunt
U
het
scherm
naar
boven
oÍ
naar
beneden laten rollen
door
"1
" oÍ
"2"
te
selekteren (doorrollen 180
toeren).
OMHOOG
+
toets
1
OMLMG
+
toets
2
Druk
op de
STEP-toets.
Het
patroon-ontwerpscherm verschilnt nu
weer.
-19-
-
Hulpmenu
1.
Ernde patroon
2
Verplaatsen
kursor
3.
instelling
kleur
4.
Wijzigen
kleur
5.
Verkleinen
patroon
6.
Wissen
deel
patroon
7.
Laden opgeslagen
patroon
B.
Variaties
9.
Verplaatsen patroon
'1
0.
Wijzigen
patroongebied
+
Selekteer
1
10
- I