Hulpmenu
1.
Einde
patroon
2.
Verplaatsen
kursor
3.
lnstelling
kleur
4.
Wijzigen
kleur
5.
Verkleinen
patroon
6.
Wissen
deel
patroon
7.
Laden opgeslagen
patroon
8.
Variat
es
9.
Verplaatsen patroon
10.
Wijzigen
patroongebied
*
Selekteer
1
10
: I
@
ffi.U
klaar
bent met
tekenen,
druk
dan
op
de
HELP-toets'
ffi
§ffiN
Het
Hulpmenu verschijnt
nu op het
scherm.
$
U
kunt vervolgens een sub-Íunktie van het Hulpmenu
kiezen. Voor
de
funkties
2-10
zie volgende
bladzijde.
Wilt
U
het
ontwerp
beëindigen, kies dan
funktie
1
van
het
Hulpmenu
en
druk op de
STEP-toets.
CI
.@
Het
Hoofdmenu verschijnt nu
op het
scherm.
tWanneer U nu
"l"
aanslaat
en op
de
STEP-toets
drukt, kunt
U
niet
meer terugkeren naar
het
vorige scherm m.b.v.
de
HELP-toets.
2,
HET
BREIEN
VAN
EEN DOOR
U
ONTWORPEN
PATROON
Laad
de door U met de
machine
gekreëerde
patroongegevens naar de
breimachine (zie bldz.
62).
@
U
kunt nu het
patroon volgens
het
programma
breien
DOORROLLEN
VAN
HET SCHERM
Heeft het
patroon meer
dan
48 steken
oÍ
50 toeren,
rol
dan het
scherm door
en
ga
verder
met
het
ontwerp.
.
STAPPEN
§
Verplaats
de
kursor
naar
een
ziikant.
(Voorbeeld)
Wanneer
U
het
scherm
naar
boven
laat
rollen.
+
&
Ga door
met het
verplaatsen
van
de
kursor;
het
scherm loopt dan
omhoog.
I
30
toeren
I
t
Het
scherm
rolt
30
toeren omhoog oÍ omlaag
m.b.v.
ffil
of
ffi!
en
rolt
30 steken
naar
rechls
oÍ
naar-links m.b.v.
ffi
of
ffi.
o
Eén vierkantje korrespondeert
met
1
steek.
o
Eén
patroongebied korrespondeert
met één
pat-
roonherhaling.
lndien
U de
breimachine
voor
pat-
roonherhaling
programmeert,
dan kunt
U
het
patroon
over het gehele
kledingstuk
breien.
LLI,LLL
Wit
vierkantje
getekend
m.b.v.
de
DRAW-toets:
De naald
staat
in
de D-stand.
Zwart
vierkantje:
De
naald
staat
in
de
B-stand
Wanneer
U
aan
het
breien bent
-10-
tr+
EN
NAALD,