Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT FCM Series Gebruikershandleiding pagina 61

Inhoudsopgave

Advertenties

Selecteer Inhalen/Vertragen als de referentiewaarde
verhoogd of verlaagd moet worden met een program-
meerbaar percentage dat is in te stellen in parameter
219.
Snelheid ongewijzigd
Verlaagd met %-waarde
Verhoogd met %-waarde
Verlaagd met %-waarde
Digitale referentie maakt een selectie van een van de
twee digitale referenties mogelijk, overeenkomstig de
tabel in parameter 215 en 216. Om actief te kunnen
zijn, moet Digitale referentie, aan zijn geselecteerd.
Digitale referentie, aan dient om te schakelen tussen
externe referentie en digitale referentie. Hiervoor moet
Extern/digitaal [2] echter zijn geselecteerd in parame-
ter 214. Logisch '0' = externe referenties actief; logisch
'1' = een van de twee digitale referenties actief.
Precisiestop corrigeert de uitlooptijd om een hoge her-
halingsnauwkeurigheid te verkrijgen op het stoppunt.
Selecteer Pulsreferentie als een pulsreeks (frequentie)
van 0 Hz wordt gebruikt; dit komt overeen met
Ref
, parameter 204. De frequentie is in te stellen in
MIN
parameter 327 en moet overeenkomen met Ref
Selecteer Pulsterugkoppeling als een pulsreeks (fre-
quentie) is geselecteerd als terugkoppelsignaal. Zie
ook parameter 327.
Selecteer Analoge referentie als de referentie via een
analoog referentiesignaal gewijzigd moet kunnen wor-
den.
Als er andere ingangen zijn aangesloten, worden deze
opgeteld, waarbij rekening wordt gehouden met hun
tekens.
Selecteer Analoge terugkoppeling als een terugkoppe-
lingsregeling met een analoog signaal wordt gebruikt.
Selecteer Reset en start om start en reset gelijktijdig te
kunnen activeren.
Selecteer Referentie vasthouden en start om zowel een
START- als een REFERENTIE VASTHOUDEN-com-
mando te genereren. Als SNELHEID OMHOOG/
SNELHEID OMLAAG wordt gebruikt, moeten zowel
REFERENTIE VASTHOUDEN als START worden ge-
activeerd. Door het toepassen van deze functie kan er
een digitale ingang worden uitgespaard.
Ramp 2 wordt gebruikt als tussen aan/uitloop 1 (para-
meter 207-208) en aan/uitloop 2 (parameter 209-210)
moet kunnen worden geschakeld. Logisch '0' leidt tot
aan/uitloop 1 en logisch '1' leidt tot aan/uitloop 2.
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
®
MG.03.H5.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Vertragen
Inhalen
0
0
1
0
0
1
1
1
.
MAX
®
VLT
FCM-serie
Startreferentie bit 1, 2 en 3 dienen om in te stellen welke
DIGITALE REFERENTIE (1-7) moet worden gebruikt.
De DIGITALE REFERENTIE (1-7) is in te stellen in
parameter 241 tot 247.
Par. nr.
Vaste snelheid
- - -
Stand-by
241
Digitale ref. 1
242
Digitale ref. 2
243
Digitale ref. 3
244
Digitale ref. 4
245
Digitale ref. 5
246
Digitale ref. 6
247
Digitale ref. 7
Als ten minste een van de 3 digitale ingangen is ge-
activeerd, heeft de FCM een startsignaal. De 7 moge-
lijke ingangcombinaties bepalen dan welke referentie-
snelheid moet worden gebruikt.
Als er slechts 1 of 2 digitale ingangen worden gebruikt,
kunnen respectievelijk 1 of 3 snelheden worden geko-
zen volgens het hierboven getoonde principe.
Als er 2 setups worden gebruikt, kunnen maximaal 14
referentiesnelheden worden gekozen via 4 digitale in-
gangen. De instellingen van P241 en P242 worden
overgenomen in P215 en P216.
Voorbeeld
Digitale ingangen 2, 3 en 4: P332 [optie 35 geselec-
teerd], P333 [optie 36 geselecteerd] en P334 [optie 37
geselecteerd]
Ingangcombinatie op de digitale ingangen 2, 3 en 4:
'010'.
Dit betekent dat Digitale ref. 2 de referentiesnelheid is.
Het schalen van het ingangssignaal wordt uitgevoerd
via parameter 338 en 339.
NB!
Als Referentie of Terugkoppeling op meer
dan één klem is geselecteerd, zullen deze
signalen, inclusief tekens, worden opge-
teld.
336
Klem 1, min. schaling
(AI 1 SCALE LOW)
Waarde:
0.0 - 20.0 mA
0.0 mA
Startref. bit
321
000
001
010
011
100
101
110
111
[0 - 200]
[0]
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave