Installatie
10. Plaats de sensorkabel in de sensor tot de eindaanslag.
23
Montage van de sensor en aansluiten van de sensorkabel
De sensoren kunnen nu op de transmitter worden aangesloten met de sensorkabels
en de foutmeldingen kunnen worden gecontroleerd met de sensor-check-functie.
Hiermee is de montageprocedure afgerond.
• Het zichtbare meetbuisoppervlak moet schoon zijn (vrij van verf en/of roest) om een
goed akoestisch contact te waarborgen.
• Wanneer de sensor van de meetbuis wordt gedemonteerd, moet deze worden
schoongemaakt en moet nieuwe koppelgel worden aangebracht (wanneer er geen
koppelkussen is).
• Op ruwe meetbuisoppervlakken, moeten de openingen in het ruwe oppervlak worden
gevuld moet voldoende hoeveelheid koppelgel wanneer gebruik van het koppelkussen
niet voldoende is (kwaliteitscontrole installatie).
5.2.5
Montage van de transmitterbehuizing
VOORZICHTIG
L
Omgevingstemperatuur te hoog!
Gevaar voor oververhitting elektronica en vervorming van de behuizing.
‣
Overschrijd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur niet .
‣
Bij buitenopstelling: vermijd direct zonlicht en blootstelling aan het weer, vooral in regio' s
met een warm klimaat.
VOORZICHTIG
L
Overmatige kracht kan de behuizing beschadigen!
‣
Vermijd overmatige mechanische spanning.
De transmitter kan op de volgende manieren worden gemonteerd:
• Paalmontage
• Wandmontage
34
Proline Prosonic Flow P
A0043386
Endress+Hauser