Proline Prosonic Flow P
10. Plaats de sensorkabel in de sensor tot de eindaanslag.
19
Montage van de sensor en aansluiten van de sensorkabel
De sensoren kunnen nu op de transmitter worden aangesloten met de sensorkabels
en de foutmeldingen kunnen worden gecontroleerd met de sensor-check-functie.
Hiermee is de montageprocedure afgerond.
• Het zichtbare meetbuisoppervlak moet schoon zijn (vrij van verf en/of roest) om een
goed akoestisch contact te waarborgen.
• Wanneer de sensor van de meetbuis wordt gedemonteerd, moet deze worden
schoongemaakt en moet nieuwe koppelgel worden aangebracht (wanneer er geen
koppelkussen is).
• Op ruwe meetbuisoppervlakken, moeten de openingen in het ruwe oppervlak worden
gevuld moet voldoende hoeveelheid koppelgel wanneer gebruik van het koppelkussen
niet voldoende is (kwaliteitscontrole installatie).
Installatie voor meting via 2 traversen
Voorwaarden
• De installatie-afstand is bekend → 16
• Bevestigingsband zijn voorgemonteerd
Materiaal
Het volgende materiaal is nodig voor de montage:
• Twee bevestigingsband inclusief montagebouten en centreerplaten indien nodig (al
voorgemonteerd → 19, → 21)
• Een montagerail voor positioneren van de bevestigingsbanden:
• Korte rail tot DN 200 (8")
• Lange rail tot DN 600 (24")
• Geen rail > DN 600 (24"), afstand gemeten via sensorafstand tussen de montagebouten
• Twee montagerailhouders
• Twee sensorhouders
• Koppelmedium (koppelkussen of koppelgel) voor een akoestische verbinding tussen sensor
en leiding
Endress+Hauser
Installatie
A0043383
31