Installatie
5.2.3
Montage van het meetinstrument
‣
Installeer het meetinstrument zodanig of verdraai de transmitterbehuizing zodanig, dat de
kabelwartels niet naar boven wijzen.
5.2.4
Montage van de sensor
WAARSCHUWING
L
Gevaar voor lichamelijk letsel bij montage van de sensoren en bevestigingsbanden!
‣
Draag handschoenen en een veiligheidsbril vanwege het verhoogde gevaar voor
snijwonden.
Sensorconfiguratie en instellingen
DN 15 tot 65 (½ tot 2½")
Bevestigingsband
2 traversen
[mm (in)]
1)
Sensorafstand
–
1)
Afhankelijk van de omstandigheden op het meetpunt (meetbuis, medium enz.). De maat kan worden bepaald via
FieldCare of Applicator. Zie ook Parameter Resultaat sensor afstand / meethulp in Submenu Meetpunt
2)
Alleen tot DN 600 (24")
Montagetypen
Sensorhouder met U-vormige schroeven
kan worden gebruikt voor
• Meetinstrumenten met meetbereik DN 15 tot 65 (½ tot 2½")
• Montage op leidingen DN 15 tot 32 (½ tot 1¼")
Procedure:
1.
Maak de sensor los van de sensorhouder.
2.
Plaats de sensorhouder op de meetbuis.
3.
Plaats de U-vormige schroeven door de sensorhouder en smeer het schroefdraad licht.
16
Bevestigingsband
1 traverse
[mm (in)]
1)
Sensorafstand
Draadlengte→ 28
DN 50 tot 4000 (2 tot 160")
2 traversen
1 traverse
[mm (in)]
[mm (in)]
1)
Sensorafstand
Sensorafstand
1) 2)
Meetrail
Draadlengte
Proline Prosonic Flow P
A0029263
Opgelaste bout
2 traversen
[mm (in)]
1)
1)
Sensorafstand
1) 2)
Meetrail
Endress+Hauser