DE
EN
3
Zet het batterijcompartiment eerst aan de onder-
zijde erin en draai het compartiment dan
FR
omhoog, totdat dit volledig gesloten is.
IT
4
Zet nu het compartiment vast door de vergrende-
ES
ling een kwart slag te draaien (linksom).
PT
Het batterijsymbool 6 licht op als de
NL
batterijspanning te laag is. De batterijen moeten zo
snel mogelijk worden vervangen.
DA
•
Plaats de batterijen en let op de juiste polariteit.
SV
•
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen of oplaad-
NO
bare batterijen.
FI
•
Verwijder de batterijen als het instrument langere
tijd niet zal worden gebruikt (om corrosie te voor-
JA
komen).
ZH
KO
PL
HR
HU
RU
CZ
EL
LT
LV
EE
SL
SK
TR
BG
Opstarten
RO
Opladen van het oplaadbare
accupack/eerste keer gebruiken
•
Indien uw Lino ML is uitgerust met een oplaad-
baar accupack, kunt u het accupack opladen met
de bijbehorende Lino ML acculader (art.nr.
784967) door de acculader direct in de aanslui-
ting in het batterijdeksel te steken.
•
De accu moet voor het eerste gebruik worden
opgeladen, omdat deze met een minimale lading
wordt geleverd.
•
Een volledige oplaadcyclus duurt 8 uur en het
laden stopt automatisch na een volledige cyclus.
Iedere keer, als de acculader wordt aangesloten
op de Lino ML, zal een oplaadcyclus worden
gestart. Zie ook de batterijstatusindicatie op het
bedieningspaneel in hoofdstuk "Bedieningspa-
neel" op pagina 4.
•
Het toegestane temperatuurbereik voor opladen
is van 0 °C tot +40 °C/+32 °F tot +104 °F. Voor
optimaal opladen, adviseren wij om de accu's
waar mogelijk te laden bij een lage omgevings-
temperatuur van +10 °C tot +20 °C/+50 °F tot
+68 °F.
•
Het is normaal dat de accu warm wordt tijdens
het opladen.
2
Leica Lino ML serie 785880 nl