Inhoudsopgave
Advertenties
DE
EN
Controleren van de nauwkeurigheid
FR
Controleren van de nauwkeurigheid van de
IT
Leica Lino ML90- en ML180-lasers.
ES
Controleer de nauwkeurigheid van uw Leica
PT
Lino regelmatig en vooral bij belangrijke metingen.
NL
Controleren van de nauwkeurigheid van het
DA
zelfinstellen
SV
NO
FI
JA
ZH
KO
PL
HR
HU
RU
Stel het instrument op een statief op halverwege
CZ
tussen twee wanden (A+B) met circa 5 m onderlinge
EL
afstand.
LT
Laat het instrument zichzelf waterpas instellen. Richt
het instrument op wand A en schakel het instrument
LV
in. Activeer de horizontale laserlijn en markeer de
EE
positie van de lijn op wand A (-> A1). Draai het instru-
SL
ment 180° en markeer de horizontale laserlijn op
exact dezelfde wijze op wand B (-> B1).
SK
TR
BG
Controleren van de nauwkeurigheid
RO
Plaats vervolgens het instrument op dezelfde hoogte
zo dicht mogelijk bij wand A en markeer opnieuw de
laser op wand A (-> A2). Draai het instrument 180° en
markeer de laser op wand B (-> B2). Meet de afstanden
tussen de gemarkeerde punten A1-A2 en B1-B2.
Bepaal het verschil tussen de twee metingen. Als het
verschil niet groter is dan 2 mm, dan is de nauwkeurig-
heid van de Leica Lino binnen de toleranties.
| (A1 - A2) - (B1 - B2) | ≤ 2 mm
16
Leica Lino ML serie 785880 nl
Advertenties
Inhoudsopgave
