HANDMATIGE BELICHTINGSINSTELLING
NL
De handmatige instelling van sluitertijd en diafragma is geschikt:
– om een speciale beeldwerking te realiseren die uitsluitend door
een geheel voorbestemde belichting is te bereiken
– om bij meerdere opnamen met verschillende fragmenten een
absoluut identieke belichting te kunnen garanderen
▸
Ontspanner aantikken
▸
Gewenste belichting instellen (met sluitertijd-instelwiel of
diafragma-instelring van het objectief)
• Op de monitor vindt dit plaats met behulp van het merkteken
op de lichtschaal in de voetregel van het monitorbeeld.
▸
De opname maken
• De belichtingsregeling vindt plaats met behulp van de
lichtschaal:
– Geen witte schaalstrepen = correcte belichting
– Witte schaalstrepen links / rechts van de middenmarkering
= onder-, respectievelijk overbelichting met de aangegeven
maat, respectievelijk met meer dan ±3 EV (Exposure Value
= belichtingswaarde)
Aanwijzingen
• Het sluitertijd-instelwiel moet op één van de ingegraveerde
sluitertijden of tussenwaarden zijn vastgeklikt.
78
In de modi A en M hangt de werking van het duimwieltje af van de
instelling van het sluitertijd-instelwiel.
Sluitertijd-instelwiel
Alle instellingen van
tot
2
1000
Instelling op
1+
Instelling op
2000
Voorbeelden voor sluitertijd-fijninstelling
– Ingestelde sluitertijd 1⁄125 s + duimwieltje een klik naar links
draaien = 1⁄100 s
– Ingestelde sluitertijd 1⁄500 s + duimwieltje twee klikken naar
rechts draaien = 1⁄800 s
Aanwijzing
Dit menupunt kan ook worden opgeroepen door middel van directe
toewijzing, in zoverre navenant gebruikt (zie pagina 47).
Duimwieltje
Fijninstelling van de sluitertijd
in stappen van +- 1⁄3 EV,
maximaal 2⁄3 EV
Langere sluitertijden dan 1 s
(0,6 s tot 120 s in stappen van
1⁄3 EV)
Kortere sluitertijden dan
1⁄1000 s (1⁄1250 s tot
1⁄40.000 s in stappen van
1⁄3 EV)