Inhoudsopgave
Advertenties
NL
In de monitor / zoeker verschijnt beeldruis, als u de
ontspanner tot het eerste drukpunt indrukt
Monitor / zoeker schakelt erg snel uit
De weergave schakelt na de opname uit / de
monitor wordt na de opname donker
De camera stelt niet scherp
De flits werkt niet
De flits verlicht het onderwerp niet helemaal
Het onderwerp wordt niet automatisch scherpge-
steld
Geen gezichtsherkenning / gezicht wordt niet
herkend
De camera kiest een verkeerd voorwerp /
onderwerp
Continue opname niet mogelijk
138
De versterking wordt als hulp voor de beeldcompositie
verhoogd, als het onderwerp zwak wordt belicht en de
diafragmaopening is verkleind
Energiebesparingsinstellingen actief
De flits laadt nadat een opname is gemaakt, de monitor
schakelt zolang uit
Gewenste onderwerpdeel te kort bij de camera
Gewenste onderwerpdeel te ver verwijderd
Onderwerp niet geschikt voor AF
De flits kan met de huidige instellingen niet worden
gebruikt
De flits is gedeactiveerd
De batterij is leeg
U drukte de ontspanner in terwijl de flits nog laadt
Elektronische sluiterfunctie geselecteerd
Automatische belichtingsreeksen- of serieopnamemo-
dus actief
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik
Flitslicht is bedekt
AF is niet geactiveerd
Gezicht bedekt (zonnebril, hoed, lange haren
enzovoort)
Het gezicht neemt in de foto te weinig ruimte in
Gezicht gekanteld of horizontaal
U houdt de camera scheef
Het gezicht is slecht belicht
Abusievelijk geselecteerd voorwerp ligt korter bij het
beeldmidden dan het hoofdobject
Abusievelijk geselecteerd voorwerp is een gezicht
De camera is oververhit, en daarom werd de functie
tijdelijk gedeactiveerd
Geen storing; het heeft geen effect op de opnamen
Desgewenst verandert u de instellingen
Wacht tot de flits is geladen
Selecteer de macromodus
Beëindig de macromodus
Gebruik de focusblokkering / scherpteopslag, of kies
de handmatige scherpstelling
Gebruik de lijst van de met de flitsfunctie compatibele
instellingen
Kies een andere flitsmodus
Laad of vervang de batterij
Wacht tot de flits geheel is geladen
Pas de instelling aan
Kies een andere modus
Breng het onderwerp binnen het flitsbereik
Zorg ervoor dat het flitslicht niet wordt bedekt door
vingers of voorwerpen
Activeer de AF
Verwijder storende objecten
Verander de beeldcompositie
Zorg dat het gezicht verticaal in beeld komt
Houd de camera recht
Gebruik de flits; kies een betere belichting
Kies een ander beeldfragment of neem de foto met
behulp van scherpteopslag
Schakel de gezichtsherkenning uit
Laat de camera afkoelen
Advertenties
Inhoudsopgave
