4.2.1.
Adressering fotocellen met BUS-2EASY
Het is van belang dat aan de zender en de ontvanger
hetzelfde adres wordt gegeven. (dezelfde instelling
DIPSCHAKELAARS)
Zorg ervoor dat er geen twee of meer paren fotocellen
met hetzelfde adres zijn. (dezelfde instelling DIP-
SCHAKELAARS)
Als er geen enkel BUS-2EASY-accessoire wordt
gebruikt, laat dan de BUS-2EASY-connector
(J3 – fig. 7) vrij.
In de onderstaande tabel 1 zijn de programmeringen van de
dipschakelaars binnenin de zender en de ontvanger van de
BUS-2EASY-fotocellen weergegeven.
RX
DL1
ON
DS1
1 2 3
4
DL2
BUS
BUS
RX - TX
Dip1
Dip2
Dip3
Dip4
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
ON
Andere, meer gedetailleerde programmeermogelijkhe-
den zijn mogelijk d.m.v. programmering vanaf pc (zie
specifieke instructies.
DL1 = Uitgelijnd
DL2 = Status
TX
BUS-2EASY / Voeding
Dipschakelaars
DS1 =
voor de
DL2
programmering
ON
DS1
1 2 3
4
BUS
BUS
Ref.
Type
B - C
OPENEN
D
SLUITEN
OPENEN en
A
SLUITEN
/
OPEN-IMPULS
4.3. Adressering encoder met BUS-2EASY
De BUS-2EASY-ingang in de elektronische kaart wordt aangesloten
door middel van de tweepolige kabels die uit de encoder zelf steken.
Anders dan bij de fotocellen, bepaalt de polariteit van
de BUS-2EASY-lijn of de encoder bij de ene vleugel
hoort of bij de andere.
Om deze reden moet goed worden gelet op welke status de
leds op de behuizing van iedere encoder aangeven (Fig. 24-25)
Hieronder zijn de functies van de leds DL1, DL2 e DL3 en hun status
weergegeven:
Aansluiting Encoder en status led
LED
BRANDT
Voeding aanwezig
en BUS-2EASY
DL 1
communiceert met
kaart
Encoder
DL 2
vleugel 1
Vleugel niet in
beweging
DL 3
DL 1 moet altijd branden, hiermee wordt gegarandeerd dat de encoder
en de kaart correct op elkaar zijn aangesloten.
DL 2 dient om te bepalen op welke vleugel de encoder is ge-
monteerd. Bij een correcte configuratie toont het automatische
systeem: een encoder met DL 2 aan in vleugel 1 en een enco-
der met DL 2 uit in vleugel 2. In geval van een verkeerde aan-
sluiting, waarbij er dus twee encoders zijn met de leds DL 2 in
dezelfde status, zullen tijdens een zelflerende procedure van de
BUS-2EASY-accessoires de leds DL 1 van beide encoders KNIPPE-
REN. In een dergelijke situatie moet de configuratie in Tab. 4 worden
geraadpleegd om vast te stellen welke encoder-aansluiting moet
worden omgedraaid.
DL 3 dient om met regelmatig knipperen aan te duiden dat de impulsen
worden afgelezen tijdens de beweging van de vleugel. Wanneer de
vleugel stilstaat kan DL 3 zowel aan als uit zijn.
12
KNIPPERT
UIT
Voeding aanwezig
Geen voeding en
maar BUS-2EASY
geen
communiceert niet
communicatie
BUS-2EASY
/
Encoder
vleugel 2
Aflezen impulsen
Vleugel niet in
tijdens de beweging
beweging
van de vleugel