5.
Reinig het scherm, de airconditioning-kanalen,
ventilators en ventilatorpaneel met lucht onder
lage druk, niet meer dan 2,76 bar.
Belangrijk:
Maak de condensor niet schoon
met water omdat vocht op deze onderdelen
vuil en stof aantrekt, en het reinigen van de
onderdelen bemoeilijkt.
6.
Monteer het ventilatorpaneel en de ventilators
in de cabine met de 2 knoppen die u in stap
heeft verwijderd.
7.
Sluit de ventilatorkabel weer aan, u heeft deze
losgemaakt in stap 3.
8.
Monteer het scherm van de airconditioning in de
opening aan de bovenkant van de cabine en zet
deze vast met de 4 nokken.
Reiniging
De cabine reinigen
Belangrijk:
Wees voorzichtig in de buurt van
de afdichtingen en verlichting van de cabine
(Figuur
55). Als u een hogedrukreiniger gebruikt,
hou de spuitstok dan minstens 0,6 m van de
4
machine vandaan. Richt de hogedrukreiniger niet
rechtstreeks op de afdichtingen en verlichting
van de cabine of onder de overhang aan de
achterzijde.
1. Afdichting
2. Verlichting
Afvalverwijdering
Motorolie, accu's, hydraulische vloeistof en
motorkoelvloeistof verontreinigen het milieu. Verwijder
deze stoffen volgens de plaatselijke voorschriften.
53
Figuur 55
3. Breng de spuitstok niet
dichter dan 0,6 m.
4. Richt de hogedrukreiniger
niet onder de overhang
aan de achterzijde.
g034330