Figuur 51
Luchtfilter in de cabine
1. Filter
2. Rooster
Figuur 52
Luchtfilter achter de cabine
1. Filter
2. Rooster
2.
Reinig de filters door er schone, olievrije
perslucht door te blazen.
Belangrijk:
Als er in een filter een gat,
scheur of andere beschadiging zit, moet het
filter worden vervangen.
3.
Installeer de filters en het rooster met de
duimschroeven.
g028378
3. Schroef
g028379
3. Schroef
Reinigen van de
condensor (spoel) van
de airconditioning
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Reinig
de condensor (spoel) van de
airconditioning vaker onder erg
stoffige of vuile omstandigheden.
1.
Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit,
zie
Veiligheid bij onderhoud (bladz.
2.
Trek de 4 nokken van het scherm van de
airconditioning uit
scherm van de bovenkant van de cabine.
1. Scherm
3.
Maak de connector en kabel van de ventilators
los
(Figuur
54).
1. Knop (2)
2. Ventilator (2)
4.
Verwijder de 2 knoppen waarmee het
ventilatorpaneel en de ventilators zijn bevestigd
in de cabine
(Figuur
eenheid.
52
35).
(Figuur
53) en verwijder het
Figuur 53
2. Nok (4)
Figuur 54
3. Ventilatorpaneel
4. Connector en kabel (2)
54) en verwijder deze
g033067
g033068