Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of transporteert.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en alle
bevestigingselementen stevig vastzitten, in het
bijzonder de bevestigingen van maaimessen.
•
Vervang versleten of beschadigde stickers.
Machine met de hand
duwen
Als de machine stilvalt of afslaat wegens
brandstofgebrek moet u de machine mogelijk
duwen. Dan moet u eerst de beide hydraulische
omloopkleppen openen.
Belangrijk:
Duw de machine altijd met de hand
en nooit over lange afstanden. Sleep de machine
nooit; dit kan schade aan het hydraulische
systeem veroorzaken.
De machine duwen
1.
Schakel de aftakas uit, draai het sleuteltje
op U
, verwijder het sleuteltje en stel de
IT
parkeerrem in werking.
2.
Til de stoel omhoog.
3.
Draai de omloopkleppen 1 slag naar links
(Figuur
25).
Opmerking:
Hierdoor kan de hydraulische
vloeistof langs de pomp worden geleid zodat de
wielen kunnen draaien.
Belangrijk:
Draai de omloopkleppen niet
meer dan 1 slag. Dit voorkomt dat de kleppen
uit de behuizing vallen en de vloeistof naar
buiten stroomt.
4.
Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine
gaat duwen.
Machine in bedrijf stellen
1.
Draai de omloopkleppen 1 slag naar rechts en
draai ze met de hand vast
Opmerking:
vast.
2.
Draai de kleppen vast met een torsie van
ongeveer 8 N·m; zie
Opmerking:
De machine rijdt alleen als de
omloopkleppen zijn ingedraaid.
1. Omleidingskleppen
De machine transporteren
•
Verwijder het sleuteltje en sluit de
brandstofafsluitklep (indien aanwezig) voordat u
de machine stalt of transporteert.
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
De bevestigingspunten
bepalen
Er zitten bevestigingspunten op de voorzijde en
achterzijde van de machine
Opmerking:
Gebruik in de vier hoeken banden met
de juiste specificaties en CE-merk om de machine
vast te binden.
31
(Figuur
25).
Draai de omloopkleppen niet te
Figuur
25.
Figuur 25
(Figuur
26).
g014270