Figuur 49
1. Aftapplug versnellingsbak
2. Filter
4.
Reinig de omgeving van het hydraulische filter
en verwijder het filter
5.
Monteer direct een nieuw hydraulisch
vloeistoffilter.
6.
Plaats de aftapplugs in het hydraulische
reservoir en de versnellingsbak.
7.
Vul het reservoir tot het correcte niveau; zie
Hydraulische vloeistof controleren (bladz.
8.
Start de motor en controleer of er lekken zijn.
Laat de motor ongeveer 5 minuten lopen en zet
deze daarna af.
9.
Controleer na 2 minuten het peil van de
hydraulische vloeistof; zie
controleren (bladz.
3. Aftapplug hydraulisch
reservoir
(Figuur
49).
Hydraulische vloeistof
49).
Onderhoud van de
cabine
Het sproeiervloeistofreser-
voir monteren
1.
Voer de voorbereiding voor het onderhoud uit,
zie
Veiligheid bij onderhoud (bladz.
2.
Open de motorkap en zoek het sproeiervloei-
stofreservoir
g014393
Sproeiervloeistofreservoir met sproeiersymbool
3.
Vul het reservoir indien nodig met
sproeiervloeistof.
4.
Sluit de motorkap.
49).
Reinigen van de luchtfilters
in de cabine
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
1.
Verwijder de schroeven en de roosters van
boven de luchtfilters in en achter de cabine
(Figuur 51
51
(Figuur
50).
Figuur 50
en
Figuur
52).
35).
g028438