Beeld- of geluidsproblemen oplossen
• Pas de instelling Scherpte in het menu Beeld van de projector aan om de
beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u projecteert vanaf een computer, gebruikt u een lagere resolutie of
selecteert u een resolutie die overeenkomt met de oorspronkelijke resolutie
van de projector.
Verwante koppelingen
g
• "Het beeld scherpstellen met de scherpstelring"
• "De lens reinigen"
pag.203
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Beeld"
• "De beeldvorm corrigeren met H/V-Keystone"
Oplossingen wanneer de beeldhelderheid of kleuren
onjuist zijn
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld te donker of te
helder is of als de kleuren onjuist zijn:
• Druk op de knop [Color Mode] op de afstandsbediening om verschillende
kleurmodi te proberen voor het beeld en de omgeving.
• Controleer de instellingen van uw videobron.
• Pas de beschikbare instellingen in het menu Afbeelding van de projector
aan voor de huidige ingangsbron, zoals Helderheid, Contrast, Tint,
Kleurverzadiging en RGBCMY.
• Controleer of u de juiste instelling voor Videobereik of EDID hebt
opgegeven in het menu Signaal van de projector, indien deze beschikbaar
zijn voor uw beeldbron.
Signaal > Geavanceerd > Videobereik
s
Signaal > Geavanceerd > EDID
s
pag.64
pag.168
pag.165
pag.56
• Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten op de projector en uw video-
apparaat. Als u lange kabels hebt aangesloten, kunt u proberen kortere kabels
te gebruiken.
• Controleer of Helderheidsinstell. correct zijn ingesteld.
Instellingen > Helderheidsinstell.
s
• Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
• Als u meerdere projectors gebruikt, moet u ervoor zorgen dat Kalibratie licht
in het menu Resetten correct is ingesteld op alle projectors. Als Kalibratie
licht alleen wordt uitgevoerd in sommige projectors, kunnen de witbalans
en het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld verschillen tussen de
projectors.
Verwante koppelingen
g
• "Aanpassen van de beeldkwaliteit (kleurmodus)"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Beeld"
• "Instellingen van configuratie van de projector - Menu Uitgebreid"
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal"
Oplossingen wanneer automatische aanpassingen niet
correct worden toegepast
Als u problemen hebt met automatische aanpassingen die niet correct worden
toegepast, probeert u de volgende oplossingen:
• Wacht minstens 20 minuten na het inschakelen van de projector voordat u
automatische aanpassingen uitvoert. Hierdoor kan de temperatuur van de
projector stabiliseren.
• Controleer of er geen vuil of obstakels rond de optionele camera is.
• Controleer of de kabel van de optionele externe camera stevig is aangesloten
op de projector.
• De optionele externe camera is mogelijk defect. Neem contact op met Epson
voor hulp.
223
pag.69
pag.165
pag.174
pag.168