Multiprojectie-functies
• Selecteer de instellingen Indeling en Locatie instellen op elke projector
die u instelt.
f
Selecteer het ingangssignaal om een beeld weer te geven.
g
Selecteer Randoverlapping om de randen van de beelden aan te passen.
• Zet de instelling Randoverlapping op Overlapping/Zwartniveau en
schakel eerst de instellingen Lijnhulp en Patroonhulp in.
• Selecteer de rand die u op elke projector wilt laten overlappen en zet de
instelling Overlapping op Aan.
• Selecteer de instelling Startpositie mengen en pas de startpositie voor
het mengen aan.
• Selecteer de instelling Overlappingsbereik en gebruik de pijlknoppen
om de breedte van het te overlappen gebied te selecteren zodat de
weergegeven hulpen zich bij de rand van het overlappingsgebied tussen
de twee beelden bevinden.
• Selecteer de instelling Overlappingscurve en selecteer een gradiënt
voor het afgedekte gebied op de projectors.
Als de randen overlappen, zet u de instellingen Lijnhulp en Patroonhulp
op elke projector uit om de uiteindelijke instellingen te controleren.
h
Selecteer de instellingen Zwartniveau om het verschil minder opvallend te
maken voor de overlappende gebieden.
• Selecteer eerst Kleuraanpassing.
De aanpassingsgebieden worden weergegeven op basis van de instelling
Randoverlapping.
• Gebruik de pijlknoppen om het gebied dat u wilt aanpassen, te
selecteren en druk op [Enter].
Het geselecteerde gebied wordt oranje weergegeven. Pas de zwarte tint
aan.
• Wanneer meerdere schermen overlappen, voert u de aanpassing uit
op het gebied met de meeste overlapping (het helderste gebied). In de
109