Advertenties
Figuur 12: Gasmeting
WAARSCHUWING!
De gasklep mag nooit met de connectoraansluiting
naar beneden gemonteerd worden. De gasdoor-
stroming wordt hierdoor belemmerd.
Op het typeplaatje is aangegeven voor welke gassoort
het toestel is ingesteld. De branderdruk dient overeen
te komen met de waarde welke op het typeplaatje is
weergegeven (zie ook paragraaf 8.4: technische
gegevens per haard) en de voordruk mag niet
dalen onder de landelijke gestelde eisen tijdens
volbelasting. Meet de beide drukken altijd als het
toestel in werking is.
Indien de branderdruk niet overeenkomt, dient u de
TP instellingen van de haard met behulp van de
afstandsbediening aan te passen. Volg hiervoor de
instructies in paragraaf 8.1.
5.6
Duurzaamheidsmeting
LET OP!
Duurzaamheidsmeting via duurzaamheidsmeet-
punten is niet van toepassing in Nederland.
De duurzaamheidsmeting dient om te controleren of
het rookkanaal gasdicht is aangesloten. We raden aan
om het rookkanaal te controleren voordat de
ombouw afgewerkt wordt.
Via de duurzaamheidsmeetpunten zijn de O2
(zuurstof)- en CO (koolmonoxide)-waardes meetbaar.
De O2 waarde vertelt iets over de werking van het
rookkanaal, de CO waarde over de kwaliteit van de
verbranding. Eventuele onregelmatigheden in de
werking van de haard kunnen hiermee worden
opgespoord. Gebruik voor het aansluiten van de
meetapparatuur op de meetpunten een
siliconenslangetje.
Het meten gaat als volgt:
1.
Open de designlijst aan de voorzijde boven de
deur (alleen bij frontmodellen).
2.
Verwijder de rubberen dopjes van de
meetnippels. De Meetnippels zijn met O2 en CO
aangeduid.
3.
Gebruik de meetapparatuur, zoals aangegeven in
de gebruikershandleiding van de meter.
4.
Sluit meetapparatuur aan op de meetnippel CO
om de CO waarde te meten.
5.
Start de meting en controleer de waarde;
Tabel 2: Actie naar aanleiding van CO waarde meting
lager dan
Werking is in orde.
1000ppm
hoger dan
Controleer de branderdruk, de
1000ppm
configuratie van de vulling en
controleer het rookgaskanaal op
mogelijke verstoppingen.
6.
Sluit de meetapparatuur aan op de meetnippel
O2 om de O2 waarde te meten.
7.
Start de meting en controleer de waarde;
Tabel 3: Actie naar aanleiding van O2 waarde meting
lager dan 19%
Controleer het rookkanaal op
lekkages (met name bij
aansluitingen) en controleer of
uitstroomopeningen niet
belemmerd worden..
hoger dan 19%
Werking is in orde
Figuur 13: Duurzaamheidsmeting en positie platen
1 =CO
2 =O2
3 = positie restrictieplaat
4 = plafondplaat
5.7
Restrictieplaat plaatsen
Als gekozen is voor een configuratie 1-6 uit de bijlage
dan is de standaard meegeleverde restrictieplaat
voldoende. Als een schoorsteenberekening is
19
Advertenties
