06F
Geen communicatie
Of
afstandsbediening
knippert
en haard
08A
Geen ionisatiemeting
tijdens opstarten.
15A
Gasklep probleem
29A
Probleem met
regeling van de
gasklep, geen vlam
tijdens de ontsteking
Indien lampje op branderautomaat (in de technische box) niet
tussen
knippert:
1.
Controleer de voedingspanning op het net (230VAC).
2.
Als deze correct is controleer/vervang de VDC transformator en/of
branderautomaat.
Indien lampje op branderautomaat (in de technische box) knippert:
1.
Plaats de afstandsbediening zo dicht mogelijk bij de haard.
2.
Druk kort op
3.
Controleer de zendsterkte. Zie: Zendsterkte controleren pagina 24.
Voer de volgende stappen uit om de zendsterkte tussen de haard en
de afstandsbediening te controleren.
4.
Controleer op stoorzenders voor het signaal (bijv metalen
omkasting).
5.
Indien het signaal blijft knipperen -> synchroniseren
Er is wel een vlam zichtbaar tijdens de ontsteking
1.
Controleer in de haard of de ionisatiepen geheel vrij ligt van vulling.
2.
Controleer in de technische box of de stekker goed is aangesloten.
Zie Aansluitschema, paragraaf 8.7.
3.
Controleer de verbinding met de ionisatiepen en of de
beschadigingen
op de ionisatiekabel.
4.
Meet het ionisatiesignaal.
Er is geen vlam zichtbaar tijdens de ontsteking, maar wel een vonk
bij de ontstekingspen.
1.
Verwijder de deur uit de haard (zie 7.1.3 en 7.1.4)
2.
Controleer zorgvuldig of er geen vulling tegen de pennen ligt en/of
de vonk correct op de brander ontsteekt.
3.
Start de haard zonder deur eenmaal op en controleer of er gas uit
de brander komt. Indien er geen gas uit de brander komt: de
aanwezigheid van gas controleren tot aan de technische box
(voordruk meten).
4.
Controleer bij aanwezige voordruk of de kabels vanuit de
branderautomaat naar het gasblok niet beschadigd zijn en/of niet
aangesloten zijn.
5.
Bij een té hoge gasdruk (>55mbar) wordt de gasklep uit veiligheid
niet geopend. Het energiebedrijf of de installateur dient dit
probleem op te lossen.
6.
Bij geen resultaat: gasregelblok uitwisselen.
Er is geen vlam zichtbaar tijdens de ontsteking en geen zichtbare
vonk bij de onstekingspen.
1.
Controleer in de haard of de ontstekingspen helemaal vrij ligt.
2.
Controleer in de technische box of de stekkerverbinding goed is.
Zie Aansluitschema, paragraaf 8.7.
3.
Controleer of er voldoende voedingsspanning 24V D/C aanwezig is.
4.
Controleer de ontstekingskabel op beschadigingen en controleer de
verbinding met de brander.
5.
Controleer de spanning op de HDIMS voor de ontsteektrafo. Indien
135 V aanwezig: vervang de ontsteektrafo, indien geen 135V
aanwezig: vervang HDIMS.
1.
Controleer de bedrading van de gasklep.
2.
Bij correcte bedrading: gasregelblok uitwisselen
1.
Controleer of de gaskraan open staat.
2.
Meet de gasdruk bij de inlaatzijde van de gasklep. Deze moet > 20
mbar of bij G30 (B/P) > 40 mbar zijn.
3.
Meet de branderdruk op de meetnippel achter de gasklep.
wacht ca. 60 seconden.
35