BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Brandbaar stof in het werkgebied kan ontbranden of exploderen. Ter voorkoming van brand en
explosies:
• Vloeistoffen moeten voldoen aan de volgende eisen met betrekking tot ontvlambaarheid:
• goedgekeurd volgens FM, FMc:
het materiaal is niet-brandonderhoudend overeenkomstig de standaardtestmethode voor het
zelfonderhoudend branden van vloeibare mengsels, ASTM D4206.
• in overeenstemming met NEN-EN 50059:
materialen die, in enig mengsel met lucht, niet kunnen worden aangestoken door een
energiebron van minder dan 500 mJ.
• Leg de bediening onmiddellijk stil als er zich statische vonken voordoen of u een schok ervaart.
Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het probleem is
verholpen.
• Controleer de elektrische aarding en de weerstand van het pistool en de slang dagelijks.
• Gebruik en reinig de apparatuur alleen in een goed geventileerde ruimte.
• Schakel de luchttoevoer naar het pistool zodanig dat de voedingseenheid alleen ingeschakeld kan
zijn als ook de ventilatoren draaien.
• Gebruik alleen niet-ontvlambare oplosmiddelen voor het spoelen of reinigen van apparatuur.
• Zet de elektrostatica altijd uit wanneer de apparatuur gespoeld, gereinigd of onderhouden wordt.
• Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische
lampen en plastic druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
• Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe geen lampen
aan of uit als er brandbare dampen aanwezig zijn.
• Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen, poetslappen en benzine.
• Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek aanwezig is.
GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID
Vloeistof die onder hoge druk uit het pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt,
dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond, maar er is
sprake van ernstig letsel dat kan leiden tot amputatie. Raadpleeg onmiddellijk een medisch specialist.
• Spuit niet als de spuittipbeveiliging en veiligheidspal van de trekker niet zijn aangebracht.
• Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wanneer u niet aan het spuiten bent.
• Richt het pistool nooit op iemand of op een lichaamsdeel.
• Plaats uw hand nooit op de spuittip.
• Probeer nooit lekkages te stoppen of af te buigen met uw handen, uw lichaam, handschoenen of
een doek.
• Volg altijd de Drukontlastingsprocedure wanneer u ophoudt met spuiten en vóór reiniging en
controle van of onderhoud aan de apparatuur.
• Draai steeds eerst alle vloeistofkoppelingen goed vast voordat u de apparatuur gaat bedienen.
• Kijk slangen en koppelingen elke dag na. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
GEVAREN VAN HET SCHOONMAKEN VAN PLASTIC ONDERDELEN MET OPLOSMIDDEL
Veel oplosmiddelen kunnen plastic onderdelen beschadigen, ervoor zorgen dat deze niet goed
werken en zo ernstige letsels of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik alleen compatibele oplosmiddelen op waterbasis om plastic constructieonderdelen of
onderdelen onder druk te reinigen.
• Zie de Technische gegevens in deze en alle andere handleidingen van de apparatuur. Raadpleeg
de veiligheidsinformatiebladen en aanbevelingen van de fabrikant van de oplossing.
332424C
WAARSCHUWING
Waarschuwingen
5