Onderhoud
Spoelen
• Spoel voor het verwisselen van vloeistoffen,
voordat de vloeistof kan indrogen in het apparaat,
aan het einde van de dag, vóór opslag en voordat
u de apparatuur gaat herstellen.
• Spoel op de laagst mogelijke druk. Controleer de
koppelstukken op lekken en draai ze aan indien
nodig.
• Spoel met een niet-ontvlambaar oplosmiddel dat
compatibel is met de vloeistof die u doseert en met
de bevochtigde onderdelen in uw systeem.
Om het risico op brand, explosie of elektrische
schokken te verminderen, moet u de ES
aan-/uitschakelaar op UIT (O) zetten voordat u het
pistool gaat spoelen.
Volg de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page 25
begint met spoelen.
Spoel, leeg of reinig het pistool alleen met
vloeistoffen die voldoen aan de onderstaande
eisen met betrekking tot ontvlambaarheid:
• goedgekeurd volgens FM, FMc:
het materiaal is niet-brandonderhoudend
overeenkomstig de standaardtestmethode voor
het zelfonderhoudend branden van vloeibare
mengsels, ASTM D4206.
• in overeenstemming met NEN-EN 50059:
materialen die, in enig mengsel met lucht,
niet kunnen worden aangestoken door een
energiebron van minder dan 500 mJ.
KENNISGEVING
Gebruik alleen niet-ontvlambare oplosmiddelen
voor het spoelen of reinigen van apparatuur.
332424C
voordat u
1. Zet de ES aan-/uitschakelaar op UIT (O). Wacht
30 seconden tot de spanning is afgevoerd.
2. Ontlaad de systeemspanning. Zie
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page
3. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
4. Verwijder de luchtkap en de spuittip en reinig ze.
5. Vervang de vloeistof door een niet-ontvlambaar
oplosmiddel.
6. Richt het pistool in een geaarde metalen emmer.
Blijf spoelen tot er helder oplosmiddel uit het
pistool komt.
Onderhoud
25.
26.
31