Bediening
16. Controleer of de ES-indicator (of Hz-indicator
op intelligente pistolen) brandt of controleer of
de afgelezen waarde van de kV-indicator op de
geïsoleerde behuizing 30-50 kV bedraagt. De
werkelijke spuitspanning voor AA-watergedragen
systemen is 40-50 kV, maar omdat de
oplaadelektrode niet rechtstreeks in contact
komt met de vloeistof is de door de WB3000
kV-meter gemeten spanning 5-10 kV lager. Zie
de volgende tabel.
Table 2 . Kleuren led-indicator
Kleur
indicator
Tijdens het spuiten moet de
Groen
indicator groen blijven. Dit
betekent dat de luchtdruk naar de
dynamoturbine voldoende is.
Oranje
Als de indicator na 1 seconde
oranje wordt, is de luchtdruk te
laag. Verhoog de luchtdruk tot de
indicator groen wordt.
Rood
Als de indicator na 1 seconde
rood wordt, is de luchtdruk te
hoog. Verlaag de luchtdruk tot de
indicator groen wordt.
17. Stel de pistoolluchtregelaar zo in dat bij het
indrukken van de trekker minstens 0,32 MPa
(3,2 bar, 45 psi) aan het pistool wordt geleverd
om tijdens het spuiten een volledige spanning te
garanderen. Zie de onderstaande tabel.
Table 3 . Drukval
Lengte luchtslang
in m (ft)
(met een
slangdiameter van
8 mm [5/16 in.])
15 (4.6)
25 (7.6)
50 (15.3)
75 (22.9)
100 (30.5)
30
Beschrijving
Luchtrege-
laarinstelling in
MPa (bar, psi)
[met trekker van
pistool ingedrukt]
52 (0.36, 3.6)
57 (0.40, 4.0)
68 (0.47, 4.7)
80 (0.56, 5.6)
90 (0.63, 6.3)
18. Draai het ventiel voor het afstellen van de
vernevelingslucht linksom tot u geen uitloop van
verf meer waarneemt.
19. Kies voor een ander tipformaat als u de gewenste
verneveling niet bereikt. Hoe kleiner de opening
van de tip, des te fijner de verneveling.
20. Spuit een proefstuk. Controleer of
de randen goed gedekt zijn. Zie
Probleemoplossing, page 40
goed is.
OPMERKING: open het stelventiel voor de
ventilatorlucht een stukje als u af en toe een smaller
patroon nodig hebt. (overmatige luchtstroming van
de ventilator kan leiden tot opgehoopte verf op de
luchtkap.)
Uitschakelen
1. Ontlaad de systeemspanning. Zie
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page
2. Spoel het pistool. Zie
3. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
4. Hang het pistool aan een haak met het mondstuk
naar beneden gericht. Zorg dat er geen
kortsluiting naar aarde in het pistool ontstaat.
als de dekking niet
25.
Spoelen, page
31.
26.
332424C