grendels van de achterlaadklep losmaakt, moet u
naast de laadbak staan, niet daarachter.
– Gebruik het voertuig uitsluitend als de laadbak is
neergelaten en vergrendeld.
– Voordat u achteruitrijdt, moet u achterom kijken
om er zeker van te zijn dat er zich niemand achter
u bevindt. Rij langzaam achteruit.
– Let op het verkeer bij het oversteken en in
de buurt van de openbare weg. Verleen altijd
voorrang aan voetgangers en andere voertuigen.
Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik op
de openbare weg. Geef altijd aan dat u afslaat,
of stop bijtijds zodat anderen weten wat u
gaat doen. Houd u aan alle verkeersregels en
verkeersvoorschriften.
– Het elektrische systeem van het voertuig
kan vonken veroorzaken waardoor explosief
materiaal tot ontbranding kan komen. Blijf altijd
met het voertuig uit de buurt van een omgeving
waar zich stof of dampen in de lucht bevinden
die tot explosie kunnen komen.
– Als u niet zeker weet of u het voertuig veilig
kunt gebruiken, moet u het werk staken en de
bedrijfsleiding om advies vragen.
• Als het voertuig abnormaal trilt, moet u onmiddellijk
stoppen, wachten tot alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen en het voertuig op
beschadigingen controleren. Repareer alle schade
voordat u het voertuig weer in gebruik neemt.
• Voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
1. Breng het voertuig tot stilstand.
2. De parkeerrem in werking stellen.
3. Draai het sleuteltje op UIT.
4. Verwijder het sleuteltje.
Opmerking: Als het voertuig op een helling
staat, moet u de wielen blokkeren nadat u het
voertuig hebt verlaten.
Remmen
• Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert.
Dit geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien.
Als u een obstakel raakt, kunnen het voertuig en de
lading worden beschadigd. En wat belangrijker is, u
en uw passagier kunnen letsel oplopen.
• Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van een
voertuig heeft een belangrijke invloed op uw
vermogen het vermogen tot stilstand te brengen
en/of te draaien. Bij een zware lading en zware
werktuigen wordt het moeilijker een voertuig tot
stilstand te brengen of te draaien. Hoe zwaarder de
lading, des te meer tijd het kost te stoppen.
• Verminder de snelheid van het voertuig als de
laadbak is verwijderd en er geen werktuig is
bevestigd aan het voertuig. De remkarakteristieken
veranderen en als het voertuig snel tot stilstand
wordt gebracht, kunnen hierdoor de achterwielen
worden geblokkeerd, hetgeen invloed kan hebben
op de controle over het voertuig.
• Het gazon en het wegdek zijn veel gladder als zij
nat zijn. De stoptijd op een nat oppervlak kan 2
tot 4 maal langer zijn dan op een droog oppervlak.
Als u door staand water rijdt dat diep genoeg is om
de remmen nat te laten worden, zullen zij pas goed
functioneren als zij weer droog zijn. Nadat u door
water hebt gereden, moet u de remmen testen om er
zeker van te zijn, dat zij naar behoren functioneren.
Als dat niet het geval is, moet u langzaam rijden,
terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal.
Hierdoor drogen de remmen.
Gebruik op hellingen
Als u het voertuig op een helling gebruikt,
bestaat de kans dat het voertuig omslaat of gaat
rollen. Ook bestaat de kans dat de motor afslaat
of dat het voertuig op een helling vaart verliest.
Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan.
• Gebruik het voertuig niet op zeer steile
hellingen.
• Geef niet te snel gas en trap niet abrupt op
het rempedaal als u achteruit een helling
afrijdt, zeker niet als u een lading vervoert.
• Als de accu leeg raakt of het voertuig vaart
verliest op een helling, moet u langzaam in
een rechte lijn achterwaarts de helling af
rijden. Probeer nooit het voertuig te draaien.
• Rij langzaam op een helling en wees
voorzichtig.
• Draai niet op een helling.
• Verminder de lading en de snelheid van het
voertuig.
• Stop niet op een helling, zeker niet als u een
lading vervoert.
Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een
helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in
acht:
5