Gebruiksaanwijzing
U kunt gedetailleerde informatie over het gebruik van
de machine vinden in de Gebruikershandleiding van
de tractie-eenheid. Het ondermes moet iedere dag
voor gebruik van de maai-eenheid worden ingesteld;
zie
Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen
(bladz.
9). Controleer de maaikwaliteit door een
proefstuk te maaien en na te gaan of dit aan de eisen
voldoet voordat u de maai-eenheid gebruikt.
De maai-eenheid afstellen
Het achterscherm verstellen
In de meeste gevallen wordt het maaisel het beste
verspreid als het achterscherm dicht zit (vooruitworp).
Bij zware of natte omstandigheden kunt u het
achterscherm openen.
Om het achterscherm
de bout los waarmee het scherm is bevestigd aan de
linkerzijplaat. Daarna draait u het scherm open en
zet u de bout weer vast.
1. Bout
De maai-eenheid controleren
Deze maai-eenheid is voorzien van een systeem
waarbij u met twee knoppen het contact tussen
ondermes en messenkooi kunt afstellen. Dit
vereenvoudigt de afstellingsprocedure die is vereist
om optimale maairesultaten te verkrijgen. Dankzij
de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de
twee stelknoppen/snijbalk, zal de machine zichzelf
voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp
blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit en
vermindert de noodzaak om de maai-eenheden
routinematig te wetten in aanzienlijke mate.
Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het
nodig is, moet u controleren of het contact tussen het
(Figuur
6) te openen, maakt u
Figuur 6
2. Achterscherm
ondermes en de messenkooi bij elke maai-eenheid
correct is afgesteld. Voer deze procedure uit, ook al
is de maaikwaliteit aanvaardbaar.
1.
Draai de messenkooi langzaam in de
tegenovergestelde richting en luister of de
messenkooi en het ondermes contact maken.
Opmerking:
waarmee elke aangegeven stand van het
ondermes telkens met 0,022 mm kan worden
veranderd. Zie
messenkooi afstellen (bladz.
2.
Test de maaiprestaties door een lange strook
maaitestpapier (Toro- onderdeelnr. 125-5610)
tussen het ondermes en de messenkooi te
steken, loodrecht op het ondermes
Draai de messenkooi langzaam naar voren. Het
papier moet gesneden worden.
Opmerking:
ondermes en de messenkooi te zwaar wordt,
moet u de voorrand van het ondermes wetten
of vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om
de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn
g191341
om met grote precisie te kunnen maaien; zie
Inleiding kooimaaiers, documentnr. 09168SL.
Belangrijk:
licht contact tussen het ondermes en
de messenkooi is. Als u niet voor een
licht contact zorgt, zullen de randen van
het ondermes en de messenkooi zichzelf
onvoldoende slijpen en na enig gebruik bot
worden. Als u het contact te zwaar afstelt,
zullen het ondermes en de messenkooi
sneller en ongelijkmatig slijten, wat de
maaikwaliteit ongunstig beïnvloedt.
Opmerking:
er uiteindelijk aan beide uiteinden van het
ondermes een groef ontstaan. Deze groeven
moet u afronden of gelijk vijlen met de snijrand
van het ondermes ten behoeve van een soepele
werking.
8
De stelknoppen hebben pallen
Contact tussen ondermes en
9).
(Figuur
Figuur 7
Als het contact tussen het
Zorg ervoor dat er altijd een
Na langdurig gebruik zal
7).
g003323