Opmerking:
Na verloop van tijd moet de
schuinte
(Figuur
deze slechts gedurende 40% van de levensduur
van het ondermes meegaat.
1. Invoerschuinte aan
rechtereind van ondermes
2. 6,4 mm
Opmerking:
Maak de invoerschuinte niet te
groot omdat hierdoor het gras kluitjes kan gaan
vormen.
Contact tussen ondermes en
messenkooi afstellen
Voer deze stappen uit om het contact tussen
ondermes en messenkooi af te stellen en de
toestand en onderlinge werking van het ondermes en
messenkooi te controleren. Test na deze procedure
altijd de prestaties van de maaimachine en doe dit
onder omstandigheden die normaal zijn voor uw
werkgebied. Mogelijk moet u de machine nog verder
afstellen om deze optimaal te laten maaien.
Belangrijk:
Maak het contact tussen het
ondermes en de messenkooi niet te groot; u zult
het ondermes beschadigen.
•
Na het wetten van de maai-eenheid of het slijpen
van de messen kan het zijn dat u er enkele minuten
mee moet maaien en vervolgens deze procedure
uitvoeren om het contact tussen het ondermes en
de messenkooi af te stellen; het ondermes en de
messenkooi zetten zich namelijk naar elkaar.
•
Mogelijk is er nog verdere afstelling nodig als het
om zeer dichte gazonbegroeiing gaat of als u een
erg lage maaihoogte gebruikt.
U hebt het volgende gereedschap nodig om deze
procedure uit te voeren:
•
Afstandsplaat 0,05 mm (onderdeelnummer
140-5531)
•
Maaitestpapier (onderdeelnummer 125-5610)
8) worden geslepen, omdat
Figuur 8
3. 1,5 mm
1.
Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal
oppervlak.
2.
Draai de stelschroeven van de snijbalk linksom
zodat de snijbalk de messenkooi niet raakt
(Figuur
9).
1. Stelschroef van snijbalk
g031270
3.
Kantel de maai-eenheid zodat u bij het ondermes
en de messenkooi kunt komen.
Belangrijk:
het achtereind van de stelschroeven van de
snijbalk niet op het werkvlak rusten; gebruik
de kickstandaard
1. Kickstandaard
4.
Draai de messenkooi zodanig dat een mes het
ondermes kruist op ongeveer 25 mm van het
uiteinde van het ondermes, aan de rechterzijde
van de maai-eenheid.
Opmerking:
om daaropvolgende afstellingen eenvoudiger
te maken.
5.
Steek de afstandsring van 0,05 mm tussen
het gemarkeerde mes van de messenkooi en
9
Figuur 9
Zorg ervoor dat de moeren op
(Figuur
10).
Figuur 10
Breng een teken aan op dit mes
g003322
g191340