De maaihoogte (HOC)
instellen
Uitsluitend model 03192
Op model 03192 stelt u de maaihoogte af door het
aantal gegleufde achterste afstandsstukken onder het
kussen van de zijplaat van de maai-eenheid aan te
passen.
Opmerking:
Afstandsstukken gemonteerd boven
het kussen van de zijplaat hebben geen invloed op
de maaihoogte.
De gegleufde achterste afstandsstukken worden
boven het kussen van de zijplaat bewaard. Om de
maaihoogte te verhogen, moet u deze onder het
kussen van de zijplaat plaatsen.
Er zijn twee types gegleufde achterste afstandsstukken
die worden gebruikt om de maaihoogte op model
03192 maai-eenheden af te stellen:
•
gegleufde achterste afstandsstukken van ¼",
maximaal 3 aan elke kant.
•
dunne, gegleufde achterste afstandsstukken van
0,075", maximaal 2 aan elke kant.
Bijkomend zijn er 5 vaste achterste afstandsstukken
(¼") die zich altijd onder het kussen van de zijplaat
bevinden.
Belangrijk:
Verwijder de 5 onderste achterste
afstandsstukken niet of stel deze niet af. Deze
maai-eenheid is ontworpen om te werken met
een maaihoogte tussen 32 en 51 mm. Indien u de
onderste vaste afstandsstukken verwijdert, valt de
maaihoogte niet meer binnen dit bereik.
Figuur 18
1. Dunne afstandsstukken
(0,075")
2. Afstandsstukken van ¼"
g341920
3. Kussen van zijplaat
4. Onderste vaste
afstandsstukken (niet
afstellen)
Maaihoogteschema (model 03192)
Maaihoogte
32 mm
34 mm
35 mm
38 mm
40 mm
42 mm
45 mm
46 mm
48 mm
51 mm
*Gemonteerd onder het kussen van de zijplaat
Ga als volgt te werk om de agressiviteit van
de maaistand af te stellen op model 03192
maai-eenheden:
•
Plaats het maaidek op de tractie-eenheid zoals
beschreven in de Gebruikershandleiding van de
tractie-eenheid.
•
Draai de borgmoeren aan de voorkant van de
vaste platen los, maar verwijder ze niet. Verwijder
de slotbouten, afstandsstukken en borgmoeren
van de achterkant van de vaste platen en stel hun
stand af.
Opmerking:
Om een minder agressieve
instelling te verkrijgen, monteert u de koppelingen
van het maaidek in de eerste stand. Voor
een meer agressieve instelling, plaats u de
koppelingen in de derde stand
14
Aantal achter-
Aantal dunne
ste afstands-
achterste af-
stukken van ¼"*
standsstukken*
55
55
55
6
6
6
7
7
7
8
(Figuur
19).
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0