het ondermes op de plaats waar het mes het
ondermes kruist.
6.
Draai de stelschroef aan de rechterkant van de
snijbalk rechtsom tot u lichte weerstand van de
afstandsring voelt. Draai de stelschroef van de
snijbalk vervolgens twee klikstanden terug en
verwijder de afstandsring.
Opmerking:
Twee klikstanden terugdraaien is
nodig omdat de afstelling van de ene zijde van
de maai-eenheid invloed heeft op de andere
zijde, en omdat dit u ruimte geeft om de andere
zijde af te stellen.
Opmerking:
Als er een grote tussenruimte
is, moet u de beide zijden eerst dichter bij
elkaar brengen door beurtelings de linker- en
rechterzijde vaster te draaien.
7.
Draai traag aan de messenkooi tot het mes dat
u gecontroleerd hebt aan de rechterzijde het
ondermes kruist op ongeveer 25 mm van het
uiteinde van het ondermes aan de linkerkant
van de maai-eenheid.
8.
Draai de stelschroef aan de linkerkant van de
snijbalk rechtsom tot u de afstandsring met
enige weerstand tussen de messenkooi en het
ondermes kunt schuiven.
9.
Ga terug naar de rechterkant en stel zo nodig
af om een lichte weerstand te verkrijgen op
de afstandsring tussen hetzelfde mes en het
ondermes.
10.
Herhaal stap
8
en
enige weerstand door de beide tussenruimten
kan worden geschoven. De tussenruimte met
één klikstand verkleinen moet aan beide kanten
voorkomen dat de afstandsring ertussen past.
Opmerking:
Het ondermes is nu evenwijdig
met de messenkooi.
Opmerking:
Deze procedure is niet dagelijks
nodig, maar wel na slijpen of demontage.
11.
Draai de beide stelschroeven van de snijbalk 1
klikstand rechtsom vanuit deze afstelling (d.w.z.
terwijl de stelschroeven 1 klikstand vaster staan
en de afstandsplaat niet past).
Opmerking:
Elke klikstand beweegt het
ondermes 0,022 mm. Draai de stelschroeven
niet te vast aan.
12.
Test de maaiprestaties; zie
controleren (bladz.
Achterrol afstellen
1.
Zet de beugels van de achterrol
11) op de gewenste maaihoogte door de
9
tot de afstandsring met
De maai-eenheid
8).
(Figuur
vereiste hoeveelheid afstandsstukken onder de
montageflens op de zijplaat te plaatsen
11) volgens de maaihoogtetabel.
1. Afstandsstuk
2. Beugel van rol
2.
Breng de achterkant van de maai-eenheid
omhoog en plaats een blok onder het ondermes.
3.
Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van
beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd
aan de montageflens van beide zijplaten.
4.
Verwijder de rol en de schroeven uit de
montageflenzen van de zijplaat en de
afstandsstukken.
5.
Plaats de afstandsstukken op de schroeven op
de beugels van de rollen.
6.
Zet de beugel van de rol en afstandsstukken
vast aan de onderkant van de montageflenzen
van de zijplaat met de schroeven die u eerder
hebt verwijderd.
7.
Controleer of het contact tussen ondermes en
messenkooi correct is. Kantel de machine zodat
u bij de voor- en achterrol en het ondermes kunt
komen.
Opmerking:
opzichte van de messenkooi wordt bepaald door
de bewerkingstolerantie van de geassembleerde
onderdelen, dus evenwijdig stellen is niet nodig.
Er is een beperkte instelling mogelijk door de
maai-eenheid op een vlakke plaat te zetten en
de inbusbouten van de zijplaat los te draaien
(Figuur
12). Stel de inbusbouten af en draai ze
vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.
10
Figuur 11
3. Montageflens van zijplaat
De positie van de achterrol ten
(Figuur
g003324