8.2 Instellingen X-Care
• Indien de instellingen moeten worden aangepast,
wordt aanbevolen om de X-Care te configureren
voordat er een pomp wordt opgestart.
• Schakel X-Care in.
• De X-Care kan worden ingesteld door middel van
de infrarood- of CAN-busvoorzieningen.
8.2.1 Infraroodcommunicatie
• Vereisten:
PDA met één SDIO-sleuf,
IR-module (leverbaar als accessoire),
Configuratiesoftware IR-module (beschikbaar op
website Wilo).
• Zodra de communicatie tussen PDA en X-Care is
opgezet kan met één klik op de
menu voor configuratie-instellingen worden
geopend.
8.2.2 CAN-bus
• De CAN-interface is ontworpen volgens norm
ISO 11898 en voor een gegevensoverdracht van
maximaal Mbit/s.
• Op basis hiervan zijn er profielen gemaakt voor
verschillende productgroepen en is een uniform
gebruik van producten mogelijk. Het CiA
450-profiel definieert de eigenschappen voor
pompen. De Wilo CAN-businterface komt reeds
overeen met het toekomstige productprofiel op
basis van het communicatieprotocol DS CiA 301.
OPMERKING: Gebruik van de optokoppelaar
wordt aanbevolen als 2 CAN-apparaten meer
dan 100 m uit elkaar liggen.
• Vereisten:
CAN-bibliotheek (beschikbaar op website Wilo).
Optokoppelaar indien nodig.
• Zie paragraaf "Configuratie" van de documenta-
tie bij de CAN-bibliotheek voor toegang tot
dezelfde parameters als die welke beschikbaar
zijn via infraroodcommunicatie.
8.3 Het systeem vullen - Ontluchting
VOORZICHTIG! Risico van beschadiging van de
pomp!
Laat de pomp nooit zonder vloeistof lopen.
De installatie moet worden gevuld voordat de
pomp wordt opgestart.
• Bereid de pomp voor volgens de bijbehorende
installatie- en bedieningsvoorschriften.
• Als de indicator "Draairichting" [2] GROEN
oplicht, duidt dit op de juiste draairichting
8.4 De pomp starten
• Start de pomp op volgens de bijbehorende
installatie- en bedieningsinstructies.
9. Onderhoud
Alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
dienen te worden uitgevoerd door een
bevoegde vertegenwoordiger!
WILO SE 03/2013
• Helix-pompen zijn onderhoudsarm ontworpen.
-knop het
- Zo nodig kan bij sommige modellen dankzij de
• Houd de pomp en X-Care altijd volkomen schoon.
• Reinig zo nodig de X-Care uitsluitend met een
• Pleeg onderhoud aan de pomp met inachtneming
10. Storingen, oorzaken en oplossingen
• Alle hieronder vermelde storingen activeren de
WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische
schok!
Gevaarlijke situaties vanwege de elektrische
energie moeten worden uitgesloten.
Alle werkzaamheden in verband met elektriciteit
mogen pas worden uitgevoerd nadat voor zowel
de pomp als de X-Care de elektrische voeding is
uitgeschakeld en is beveiligd tegen onbevoegde
inschakeling.
WAARSCHUWING! Risico van brandwonden!
Bij een hoge watertemperatuur en een hoge sys-
teemdruk moeten de afsluitkleppen vóór en na
de pomp worden gesloten. Laat de pomp eerst
afkoelen.
vorm van een patroonafdichting de mechanische
afdichting eenvoudig worden vervangen. Schakel
zowel de pomp als de X-Care uit. Koppel [E] con-
nector los voor demontage. Nadat de patroonaf-
dichting is vervangen, moet [A] worden aange-
sloten voordat de pomp wordt gestart.
natte doek.
WAARSCHUWING!
Gebruik voor het reinigen van X-Care geen alco-
hol, oplosmiddel of zuuroplossing.
van de bijbehorende installatie- en bedienings-
instructies.
WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische
schok!
Gevaarlijke situaties vanwege de elektrische
energie moeten worden uitgesloten.
Alle werkzaamheden in verband met elektriciteit
mogen pas worden uitgevoerd nadat voor zowel
de pomp als de X-Care de elektrische voeding is
uitgeschakeld en is beveiligd tegen onbevoegde
inschakeling.
GEVAAR! Risico van letsel of elektrische schok!
De elektrische aansluitingen van de pomp en X-
Care staan geheel los van elkaar; de voeding van
elk afzonderlijk dient te worden uitgeschakeld
voordat er werkzaamheden aan worden verricht.
Wees er in het bijzonder attent op dat de
AAN/UIT-indicator op de X-Care [1] niet bete-
kent dat de pomp ook is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING! Risico van brandwonden!
Bij een hoge watertemperatuur en een hoge sys-
teemdruk moeten de afsluitkleppen vóór en na
de pomp worden gesloten. Laat de pomp eerst
afkoelen.
indicator "defect" en het droogcontactrelais,
maar alleen als de parameter "Defect post" is
geconfigureerd (zie par. 8.1).
OPMERKING: Beide "defect"-indicatoren geven
de status van het droogcontactrelais weer.
Nederlands
41