Spuiten
Spuiten
Spuiten
Spuiten
LET
LET OP
LET
Laat de pomp nooit drooglopen. Een droge pomp
zal snel harder gaan lopen en mogelijk schade
veroorzaken.
1. Voer de
Voorvullen/spoelen, page 12
2. Voer de
Drukontlastingsprocedure, page 11
3. Installeer de tip en de tipbeschermer op het
pistool. Draai het ventiel weer dicht.
4. Zet de stroomschakelaar (E) op ON (aan).
5. Trek aan de drukstelknop (H) en draai deze totdat
de gewenste drukwaarde wordt bereikt. Draai de
knoppen rechtsom om de druk te verhogen en
linksom om de druk te verlagen. Duw de knop in
om deze te vergrendelen.
14
OP
OP
uit.
uit.
6. Schakel de trekkervergrendeling van het pistool
uit.
7. Spuit een testpatroon. Lees de aanwijzingen van
de fabrikant van het materiaal. Stel zo nodig bij.
OPMERKING: Wanneer u de gewenste spuitdruk
OPMERKING:
OPMERKING:
bepaalt, moet u de spuitdruk altijd verhogen
totdat het spuitpatroon zich volledig heeft
ontwikkeld. Hierdoor wordt de drukpiek beperkt
als de pomp uitvalt en wordt te veel spuiten
geminimaliseerd.
Instelling
Dynamische pompuitlaatdruk
Instelling
Instelling
Dynamische
Dynamische
drukstel-
drukstel-
drukstel-
Ex35
Ex35
Ex35
knop
knop
knop
PSI
PSI
PSI
1
320
22.0
2
640
44.0
3
960
66.0
4
1280
88.0
5
1600
6
1920
7
2240
8
2560
9
2880
10
3200
8. Spoel wanneer u klaar bent met spuiten.
Voer
Voorvullen/spoelen, page 12
Drukontlastingsprocedure, page 11
pompuitlaatdruk
pompuitlaatdruk
Ex45
Ex45
Ex45
Bar
MPa
PSI
Bar
Bar
Bar
MPa
MPa
PSI
PSI
Bar
Bar
2.20
400
27.0
4.40
800
54.0
6.60
1200
81.0
8.80
1600
108
110
11.0
2000
135
132
13.2
2400
162
154
15.4
2800
189
176
17.6
3200
216
198
19.8
3600
243
220
22.0
4000
270
en
uit.
3A4533C
MPa
MPa
MPa
2.70
5.40
8.10
10.8
13.5
16.2
18.9
21.6
24.3
27.0