Bracketing
Bij de D2X zijn drie soorten bracketing mogelijk: belichtingsbracketing, fl itsbracketing
en witbalansbracketing. Bij belichtingsbracketing varieert de camera bij elke opname
de belichtingscorrectie, terwijl bij fl itsbracketing bij elke opname de fl itsintensiteit
wordt gevarieerd (alleen bij de standen i-DDL en fl itssturing met automatisch dia-
fragma;
107, 109). De camera produceert slechts één foto wanneer u op de ont-
spanknop drukt. U moet daarom diverse (maximaal negen) opnamen maken om de
bracketingreeks af te maken. Belichtings- en fl itsbracketing worden aanbevolen voor
situaties waarin u het moeilijk vindt om de belichting in te stellen, maar geen tijd heeft
om het resultaat te controleren en de instellingen na elke opname te wijzigen.
Bij witbalansbracketing produceert de camera meerdere beelden wanneer u op de
ontspanknop drukt, elk met een andere witbalans (
opname te maken om de bracketingreeks af te maken. Witbalansbracketing wordt
aanbevolen wanneer u onder gemengde lichtbronnen fotografeert of wanneer u
wilt experimenteren met verschillende witbalansinstellingen. U kunt witbalansbrac-
keting niet gebruiken bij een witbalansinstelling van
(preset), of bij een beeldkwaliteit van NEF (Raw), NEF (Raw) + JPEG Fijn, NEF
(Raw) + JPEG Normaal of NEF (Raw) + JPEG Basis.
Belichtings- en fl itsbracketing
1
Selecteer bij Persoonlijke Instelling e5 (Auto brac-
keting;
200) het soort bracketing dat u wilt uit-
voeren. Kies AE & fl its om zowel de belichting als
de fl itsintensiteit te variëren (de standaardinstelling),
Alleen AE om alleen de belichting te variëren en
Alleen Flits om alleen de fl itsintensiteit te variëren.
2
Druk de
knop in en draai de hoofdinstelschijf rond om het aantal opnamen
in de bracketingreeks in te stellen (
staat, verschijnen een BKT pictogram en bracketingindicator in het LCD-venster
bovenop de camera, en een BKT pictogram in de zoeker.
98
103). U hoeft dus maar één
(Kies kleurtemperatuur) of
100 – 102). Tenzij deze instelling op nul