Gebruik van de zoomfunctie
Met de zoomknoppen kunt u het opnamebereik
aanpassen.
Op de groothoekknop
(W) drukken
Zoombalk
4 4
Optische zoom: 4x
Digitale zoom: 4x
Wanneer u fotografeert met de camera
ingezoomd, selecteert u [ON] voor
[IMAGE STABILIZER] (blz. 28) (FE-4040)
of selecteert u [DIS MODE] (blz. 20) voor
de fotostand (FE-4020 / X-940).
Om grotere beelden te maken
zonder beeldkwaliteit te verliezen
[FINE ZOOM] (blz. 28)
Het uitzicht van de zoombalk geeft de status
van de fijne zoom/digitale zoom aan.
Als de optische
zoom en de
digitale zoom
worden gebruikt
Als de fijne zoom
wordt gebruikt
1 NL
Op de teleknop (T)
drukken
P P
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
14
M
4 4
Digitaal
Optisch
zoombereik
zoombereik
Fijn zoombereik
De weergave van de
foto-informatie wijzigen
De weergave van de scherminformatie kan
worden aangepast aan de situatie, bijvoorbeeld
om het scherm goed te kunnen zien of om een
nauwkeurige compositie te maken met behulp
van de rasterweergave.
1
Druk op F (INFO).
●
De weergegeven foto-informatie wijzigt in
P P
onderstaande volgorde telkens als u op de knop
drukt. "Weergave stand fotograferen" (blz. 8)
0.0
0.0
Normaal
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
14
M
4 4
Gedetailleerd
4 4
N
ORM
Beelden bekijken
1
Druk op de knop q.
P P
0.0
0.0
Geen informatie
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
14
M
P P
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
14
M
Aantal beelden/
Totaal aantal beelden
'10/02/26 12:30
'10/02/26 12:30
Weergegeven beeld
4/30
4/30