Reparatie
De klemslang vervangen
De klemslang verwijderen
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure uit, pagina 19.
2.
Verwijder de klauwkoppeling (CP) bij de wartelaansluiting.
3.
Gebruik de meegeleverde sleutels van 2 7/8 inch (WR)
om de borgmoeren (S1, S2) op de binnen- en buitenkant
van de kast los te halen.
4.
Verwijder de klem (HC) waarmee het straalcircuit (BC)
op de keerklep is aangesloten.
5.
Verwijder de gehele keerklep (CV) en verwijder al het
schuurmiddel dat aan componenten ervan zit.
Als er straalmiddel op componenten van het terugslagventiel
achterblijft, kan dat in de hoofdluchtregelaar terechtkomen,
waardoor deze mogelijk niet meer goed werkt. Maak voor
een goede werking daarom de keerklepcomponenten
geheel vrij van schuurmiddel.
6.
Verwijder de onderste slangklem (C2).
7.
Trek de klemslang (PH) uit het kastje.
OPMERKING: Gebruik het straalcircuit (BC) als hendel
en draai terwijl u trekt.
8.
Haal de resterende slangklem los en verwijder de
klemslang uit het circuit.
36
LET OP
De klemslang monteren
1.
Monteer het terugslagventiel weer. Let op de juiste
oriëntatie. Monteer de klep met de plunjer naar het
gebogen spruitstuk.
2.
Plaats beide slangklemmen (C1, C2) op de klemslang
(PH). Laat 1/4 inch slang aan beide uiteinden bloot.
3.
Schuif door het knipventiel de knijpslang (PH) in het
kastje.
4.
Plaats het straalcircuit (BC) en de klemslang (PH) in
het kastje voor het knijpventiel.
5.
Plaats de klem (HC) en draai deze aan met 20,3 N•m
(15ft-lb) voor aansluiting van het straalcircuit op de
keerklep.
OPMERKING: Draai waar nodig de moer aan de binnenkant
(S2) los om ruimte te maken voor het installeren van de
pakking (G). Inspecteer de pakking (G) en vervang deze
waar nodig.
6.
Breng een middel tegen vastlopen aan op de klemmen
(C1, C2). Lijn de moeren uit naar de voorkant van de
behuizing. Aandraaien tot 9,6 +/- 0,5 N•m (85 +/- 5 in-lb).
7.
Draai de borgmoeren (S1, S2) aan.
8.
Installeer de nieuwe klauwkoppeling (CP).
3A8283E