Nee:
Zoek de poort in de systeemeenheid op die door de locatiecode wordt aangegeven. Volg de
kabel naar de PCIe-uitbreidingseenheid om de defecte ERM-eenheid vast te stellen. Label de
defecte ERM-eenheid en ga verder met de volgende stap. Meer informatie over
systeemlocatiecodes vindt u onder Locaties van onderdelen en locatiecodes.
2. Zet het systeem uit dat verbonden is met de ERM-eenheid die u gaat verwijderen. Voor instructies
raadpleegt u Het systeem in- en uitschakelen.
3. Verwijder de ERM-eenheid:
a. Ontkoppel de PCIe-kabels van de ERM-eenheid en geef de locatie van de kabel met een label op
de kabel aan.
Waarschuwing: Als u de kabels verkeerd aansluit, kan dat leiden tot gegevensverlies.
b. Open de vrijmaakhendel (A) zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven.
c. Ondersteun beide zijden van de ERM-eenheid (B) terwijl u deze uit de behuizing schuift.
Figuur 1. Een ERM-eenheid uit de behuizing schuiven
4. Installeer de ERM-eenheid:
a. Zorg dat de vrijmaakhendel op de nieuwe ERM-eenheid in de geopende stand staat.
b. Schuif de ERM-eenheid voorzichtig zo ver mogelijk in de behuizing.
c. Plaats de vrijmaakhendel in de gesloten stand.
d. Sluit de PCIe-kabels weer aan op de ERM-eenheid met behulp van de locatiegegevens die op elke
kabel zijn aangegeven in stap 2a.
Waarschuwing: Als u de kabels verkeerd aansluit, kan dat leiden tot gegevensverlies.
5. Zet het systeem aan dat verbonden is met de ERM-eenheid. Voor instructies raadpleegt u Het systeem
in- en uitschakelen.
Opmerking: Om te voorkomen dat informatie van de behuizing verloren gaat, moet u niet beide
ERM-eenheden tegelijkertijd vervangen. Om de tweede ERM-eenheid te vervangen, schakelt u het
4
Power Systems: Procedures voor vervangen en verwijderen van de 5888