De werking van de servomotor
De servomotor bezit drie houdposities en een schakel-
contact voor de „Magneetklep niveau 2".
Luchtafsluiting
Als de brander niet in bedrijf is, dan
staat de servomotor in de stand
luchtklepafsluiting (schaal: 0).
Deze positie (achterste nok zonder
stelhefboom) wordt in de fabriek in-
gesteld en mag niet veranderd worden.
Luchthoeveelheid „Niveau 1"
Voor het voorbeluchten, start en
bedrijf met „kleine" capaciteit draait
de servomotor tot aan het schakel-
punt van de blauwe nok.
Dit bewerkt een vaste openings-
hoek voor de luchtklep en een con-
stante luchthoeveelheid voor het 1
Voor verschillende luchtvraag kan met deze stelhefboom
de luchthoeveelheid „Niveau 1" geregeld worden; stan-
daardwaarde: ca. 30°.
Schakelpunt „Magneetklep 2
De zwarte stelhefboom
„Magneetklep 2" moet na ca. 1/3
van de weg tussen de blauwe en
de oranje hefboom geplaatst wor-
den.
Uchthoeveelheid „Niveau 2"
Als de brander de vrijgave krijgt
voor het tweede niveau, dan draait
de servomotor zich tot aan het
schakelpunt van de oranje nok.
Tijdens de draaiing geeft de zwarte
nok de oliehoeveelheid voor het
tweede niveau vrij; standaardwaarde: ca. 50°.
Instellen van de luchtklep
De luchtklep wordt geopend of gesloten tot het roet-
beeld een olievrije verkleuring, roet „0 – 1" en de CO
waarde 12 – 14 % bereikt. Bij de instellingen moet men
er rekening mee houden dat bij een groot luchtover-
schot het roetgetal weer stijgen en er ook olie in het
roetbeeld optreden kan. Als bij volledig geopende lucht-
klep de vlam roet of afbreekt, dan moet met de instel-
schroef de verdichting achter de stuwschijf verlaagd
worden.
nok blauw niveau 1
nok oranje niveau 2
nok zwart magneetklep niveau 2
openingsschaal
openingsindicator
luchtafsluiting
luchthoeveelheid „Niveau 1"
ste
niveau.
"
schakelpunt „Magneetklep 2"
oranje
uchthoeveelheid „Niveau 2"
Instellen van de luchthoeveelheid „Niveau 1"
Verstelhefboom blauw
Isoleer de 4-polige steekverbinding (thermostaat niveau
2). Draai de verstelhefboom „Luchthoeveelheid niveau
2" oranje en de verstelhefboom „Magneetklep 2" zwart
zo ver met de klok mee, dat beide schakelnokken aan-
vankelijk niet ingedrukt zijn, om de instelling van de
schakelnok „Luchthoeveelheid niveau 1" niet te hinderen.
Niveau 1 minder lucht:
Zet de blauwe verstelhefboom tegen de klok in op
een kleinere openingshoek.
Bij lopende brander draait de servomotor automa-
tisch na.
Niveau 1 meer lucht:
+
Zet de blauwe verstelhefboom met de klok mee op
een grotere openingshoek.
-
Bij lopende brander draait de servomotor automa-
tisch na.
Instellen van het schakelpunt „Magneetklep 2"
Verstelhefboom zwart
Draai de verstelhefboom voor „Magneetklep 2" tegen
+
de klok in terug en leg het schakelpunt „Magneetklep 2"
kort achter het schakelpunt „Luchthoeveelheid niveau
-
1". Het schakelpunt „Magneetklep 2" zal nu werken tus-
sen de standen „Luchthoeveelheid niveau 1" en
„Luchthoeveelheid niveau 2".
Belangrijke aanwijzing
Garandeer dat de schakelnok van „Magneetklep 2" in
geen geval voor de schakelnok „Luchthoeveelheid ni-
veau 1" gedrukt is, aangezien anders de „Magneetklep
2" in het bereik „Luchthoeveelheid 1" opent en de bran-
der loopt met groot luchtgebrek.
+
Instellen van de luchthoeveelheid „Niveau 2"
Verstelhefboom oranje
-
Draai de verstelhefboom voor „Luchthoeveelheid ni-
veau 2" tegen de klok in terug en leg het schakelpunt
voor „Luchthoeveelheid niveau 2" overeenkomstig de
brandercapaciteit vast achter het schakelpunt
+
„Magneetklep 2". Maak de 4-polige steekverbinding
(thermostaat niveau 2) weer. De servomotor loopt via
-
„Magneetklep 2" in de stand „Luchthoeveelheid niveau 2".
Niveau 2 minder lucht:
Zet de oranje verstelhefboom tegen de klok in op
een kleinere openingshoek. Schakel de brander kort
terug op niveau 1.
Na opnieuw inschakelen van niveau 2 draait de servo-
motor op de veranderde luchthoeveelheid.
Niveau 2 meer lucht:
-
2
Zet de oranje verstelhefboom met de klok mee op
een grotere openingshoek.
Bij bedrijf op niveau 2 draait de servomotor automa-
tisch na.
De servomotor of de luchtklep mogen in geen en-
kele stand mechanisch aanslaan, aangezien de
servomotor anders beschadigd wordt.
13