Ventilator-oliebrander
Na het losdraaien van de 4 behuizingsschroeven en de
aanvullende 2 schroeven (letten op pijlen) wordt de
montagegrondplaat van de behuizing eraf getrokken en
zijdelings ingehangen.
De belangrijkste functie-elementen zijn nu vrij toegan-
kelijk voor het onderhoud.
Voor het onderhoud en voor de inbouw en vervanging
van de verstuiver kan de montagegrondplaat ook hori-
zontaal worden ingehangen.
1. Houd de montagegrondplaat horizontaal.
2. Schuif de rechter houder zijdelings in de ophanging.
3. Hang de linkerkant boven in het oog.
Instellen van ontstekingselektrode en stuwschijf
3
Alle maatopgaven zijn approximatieve waarden in mm.
De optimale instellingen moeten worden aangepast aan
de plaatselijke en constructieve omstandigheden.
12
5
7 – 8
Instellen van de luchtinlaatverstuiver
Door de verstelbare luchtinlaatverstuiver kan, al naar-
gelang de brandkamerweerstand en de schoorsteen-
trek, de vereiste branderverdichting worden ingesteld
zonder de uitgangsdiameter te veranderen.
Monteer de montagegrondplaat na de verstuiververvan-
ging en het instellen van de luchtinlaatverstuiver in om-
gekeerde volgorde.
Instellen van de secundaire lucht
(verstuiverstokinstelling)
Naar links draaien (+) = grotere schaalwaarde
kleinere verdichting achter de stuwschijf
hogere capaciteitsbereik.
Naar rechts draaien (-) = kleinere schaalwaarde
grotere verdichting achter de stuwschijf
lagerer capaciteitsbereik.
Instellen van de pompdruk
Bij de ingebruikname van de brander en na elk onder-
houd moet de pompdruk ingesteld resp. gecontroleerd
worden.
Laat de pomp niet lopen zonder olie!
1. Verwijder de stop aan de meetopening „P" en mon-
teer de manometer.
Op de dichting letten.
2. Open de olieafsluitarmatuur en schakel de brander
in aan de schakelaar van het apparaat.
3. Stel de oliedruk in al naargelang de verstuivergroot-
te en de vereiste capaciteit van het apparaat.
4. Houd er rekening mee dat eerst de vereiste oliedruk
van het vollastniveau (DV2) moet worden ingesteld
en dan pas de oliedruk van het startniveau (DV1),
aangezien de drukverstelling DV2 ook DV1 kan be-
invloeden.
5. Schakel de brander uit aan de schakelaar van het
apparaat.
6. Demonteer de manometer en zet de stop met dich-
ting weer erin.
De brander mag alleen in het tweede niveau wer-
ken. Het eerste niveau mag uitsluitend als startont-
lasting gebruikt worden!
Draai de inbusschroef los en
draai de luchtinlaatverstuiver in
de gewenste positie.
Draaiing naar „min":
kleinere branderverdichting.
Draaiing naar „max":
grotere branderverdichting.