Waarschuwingen
De onderstaande waarschuwingen betreffen de installatie, het gebruik, de aarding, het onderhoud en de reparatie
van deze apparatuur. Het uitroepteken verwijst naar een algemene waarschuwing en het gevarensymbool verwijst
naar procedurespecifieke risico's. Als u deze symbolen in de handleiding ziet, raadpleeg dan deze Waarschuwingen.
U kunt productspecifieke gevarensymbolen en waarschuwingen die niet in dit hoofdstuk staan beschreven in de hele
handleiding, waar van toepassing, tegenkomen.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Brandbare dampen in het werkgebied, zoals die van oplosmiddelen en verf, kunnen ontbranden of
exploderen. Voorkom brand en explosies onder meer als volgt:
•
Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes.
•
Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische
lampen en kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
•
Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen, poetslappen en benzine.
•
Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe de verlichting
niet aan of uit met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn.
•
Aard alle apparatuur in de werkomgeving. Zie de Aardingsinstructies in de installatiehandleiding
van uw systeem.
•
Gebruik alleen geaarde slangen.
•
Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit.
•
Als u merkt dat er sprake is van enige statische elektriciteit of een schok voelt, stop dan
onmiddellijk met werken. Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem
kent en het probleem verholpen is.
•
Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek is.
GEVAAR VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Deze apparatuur moet worden geaard. Slechte aarding, onjuiste instelling of verkeerd gebruik
van het systeem kan elektrische schokken veroorzaken.
•
Zet het toestel uit via de hoofdschakelaar en haal de stekker uit het stopcontact voordat u kabels
ontkoppelt of onderhoud aan de apparatuur uitvoert.
•
Aansluiten mag alleen op een geaard stopcontact.
•
Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet
voldoen aan alle ter plaatse geldende verordeningen en regelgeving.
INTRINSIEKE VEILIGHEID
Als intrinsiek veilige apparatuur onjuist is geïnstalleerd of is aangesloten op niet intrinsiek veilige
apparatuur, ontstaat een gevaarlijke situatie waarin brand, explosies of elektrische schokken kunnen
optreden. Volg lokale voorschriften op en houdt u aan de volgende veiligheidseisen.
•
Alleen modellen die een G3000, G250, G3000HR, G250HR, G3000A of een intrinsiek veilige
coriolismeter hebben, zijn goedgekeurd voor installatie op gevaarlijke locaties - Klasse I, Divisie I,
Groep D, T3 of Zone I Groep IIA T3.
•
Apparatuur die alleen is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke locaties niet op een gevaarlijke locatie
installeren. Zie het identificatielabel voor de intrinsieke veiligheidscategorie van uw model.
•
Vervang of wijzig geen systeemcomponenten, aangezien dit de intrinsieke veiligheid kan aantasten.
313951K
WAARSCHUWING
Waarschuwingen
9