Systeembediening
Doorspuiten
Lees Waarschuwingen, pagina 9. Volg de
Aardingsinstructies in de installatiehandleiding
van uw systeem.
Draag een veiligheidsbril om te voorkomen
dat er vloeistof in de ogen spat.
In deze handleiding worden vier doorspoelprocedures
behandeld:
•
Gemengd materiaal uit het systeem verwijderen
(hieronder)
•
Doorspuiten in recept 0 (pagina 111)
•
Het vloeistoftoevoersysteem doorspuiten
(pagina 111)
•
De monsterafnameventielen en leidingen
doorspuiten (pagina 112)
Bepaal aan de hand van de criteria die bij elke procedure
staan welke procedure u gaat gebruiken.
Gemengd materiaal uit het systeem
verwijderen
Soms wilt u alleen de vloeistofverdeler doorspuiten,
bijvoorbeeld:
•
aan het einde van de verwerkingstijd
•
spuitonderbrekingen waarbij u de verwerkingstijd
overschrijdt
•
bij stilstand 's nachts
•
voordat u de vloeistofverdeler, de slang of het pistool
een servicebeurt geeft.
De zijde van de mengverdeler voor component B
(katalysator, rechts) en de binnenste leiding van de
Integrator worden met oplosmiddel doorgespoten.
De zijde van component A (hars, links) en de buitenste
leiding van de integrator worden met lucht doorgespoten.
1. Ga naar de Stand-bymodus (verwijder menginvoer).
Druk de trekker van het pistool in om de druk te ontlasten.
Zet het trekkerslot aan als u een hoge drukpistool
gebruikt. Verwijder de spuittip en reinig deze afzonderlijk.
Als u een elektrostatisch pistool gebruikt, schakel dan
de elektrostatica uit voordat u het pistool doorspoelt.
110
2. Stel de drukregelaar voor de toevoer van het
oplosmiddel op een drukwaarde die hoog genoeg is
om het systeem volledig door te spuiten binnen een
redelijke tijd, maar laag genoeg om spatten of letsel
door injectie te voorkomen. Over het algemeen is
een instelling van 100 psi (0,7 MPa, 7 bar)
voldoende.
3. Als u een pistoolspoelkast gebruikt plaatst u het
pistool in de kast en sluit u het deksel. Ga naar
de doorspuitmodus. De doorspoelprocedure start
automatisch.
Als u geen pistoolspoelkast gebruikt,
spuit dan (manueel of automatisch)
met het pistool in een geaarde
metalen opvangbak tot de
doorspuitprocedure is afgerond.
Als u klaar bent met spuiten, schakelt de
EasyKey-display automatisch over naar stand-by.
4. Als het systeem niet volledig schoon is,
herhaal dan stap 3.
OPMERKING: Pas zo nodig de doorspuitprocedure
aan, zodat er slechts één cyclus nodig is.
Druk de trekker van het pistool in om de druk te
ontlasten. Schakel de trekkervergrendeling in.
5. Als de spuittip was verwijderd, breng hem dan weer
aan.
6. Zet de drukregelaar voor de toevoer van het
oplosmiddel weer terug op de normale werkdruk.
313951K