7. Om spatten te voorkomen moet u de
monsterafnamekranen langzaam opendraaien
en oplosmiddel uit laten lopen tot de kranen
en de leidingen schoon zijn.
OPMERKING: Bij een kalibratiespoeling sluit(en)
de oplosmiddelklep(pen) automatisch na 2 minuten
of wanneer Afbreken op het scherm wordt
geselecteerd.
8. Sluit de monsterafnamekleppen.
OPMERKING: Kies Afbreken op het
Kalibratiescherm om de lopende kalibratie
te annuleren en de doorspuit- of doseerkleppen
te sluiten.
9. Draai beide vloeistofafsluiters volledig open.
10. Sluit bij een enkelkleursysteem, de
vloeistoftoevoerleiding voor component A
weer aan op debietmeter A.
OPMERKING: Na de kalibratie is het nodig om de
vervuild materiaalmengsel te reinigen. Voer een manuele
doorspuiting uit en ga verder met het recept dat u net
getest hebt, of ga naar Recept 0 en daarna naar het
volgende recept.
313951K
Systeembediening
113