Geheugenindicator
Telkens wanneer u de ontspanknop indrukt, licht de geheugenindicator
op, wat aangeeft dat de zojuist gemaakte foto wordt opgeslagen.
Afhankelijk van de huidige status verandert het beeld in de geheugen-
indicator in de hieronder afgebeelde volgorde. Tijdens video-opnamen
licht de geheugenindicator niet op.
Fotograferen
a
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
Flitserfuncties
Deze camera beschikt over diverse flitserfuncties. De juiste flitserfunctie kiest
u aan de hand van de lichtomstandigheden. In de monitor wordt de ingestelde
flitserfunctie aangegeven met een van de volgende pictogrammen.
(Geen func-
AUTO-flitsen – De camera bepaalt wanneer de flitser nodig
tiepictogram)
is.
!
ONDERDRUKKEN VAN RODE OGEN – Onderdrukt het
verschijnsel rode ogen door voordat de opname gemaakt
wordt een aantal inleidende flitsen af te geven waardoor de
oogpupillen zich samentrekken.
#
INVUL FLITSEN – De flitser ontsteekt altijd. Deze functie is
bedoeld voor het fotograferen van onderwerpen in tegenlicht.
$
FLITSER UIT – De flitser is uitgeschakeld. Deze flitser is
bedoeld voor situaties waarin flitsen niet is toegestaan.
a.
Druk, met de camera in de stand
Fotograferen, op [ # .
b.
Selecteer de gewenste flitserfunctie door
op [ of \ te drukken en druk dan op de
OK-knop i.
Fotograferen
b
Eén opname
gemaakt
(Brandt)
FOTOGRAFEREN
Fotograferen
c
Wachten
Twee of
Maximale aantal
meer
opnamen bereikt.
opnamen
(Alle segmenten lichten op)
gemaakt.
Voordat u de volgende
(Brandt)
opname kunt maken, moet
u wachten tot de indicator
weer gedoofd is.
FLASH MODE
SELECT
d
AUTO
GO
19
NL