INSCHAKELEN VAN DE CAMERA
1
Zet de functieknop in de stand h en schuif de
cameraschakelaar in de stand ON.
Cameraschakelaar
2288 1712
2288 1712
Opmerking
Wordt de camera gedurende circa dertig (30) seconden niet gebruikt,
dan wordt de camera, om de batterij te sparen, automatisch in de
sluimerstand gezet en werkt dan niet meer. Om de camera weer te
activeren, drukt u op de knop l of op de ontspanknop.
Wordt de camera daarna nog eens dertig (30) minuten niet gebruikt, dan
wordt de camera automatisch helemaal uitgeschakeld. Om de camera
daarna weer te kunnen gebruiken moet u hem opnieuw inschakelen (ON).
Wordt de camera langdurig achtereen gebruikt, dan zal de temperatuur
in het inwendige van de camera stijgen. Als dat gebeurt, is het mogelijk
dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. In dat geval wacht u
enige tijd voordat u de camera weer gebruikt.
Ingestelde fotofunctie
Indicatie batterijlading
1712
Oranje LED
Functieknop
De lenskap schuift open.
De monitor wordt ingeschakeld.
De oranje LED op het
camerahuis licht op.
15
NL