7.8 Afstelling eindschakelaars servomotor drieweg-
keuzeklep
Deze zijn door Remeha reeds vooraf ingesteld. Indien
deze nagesteld moeten worden, verricht u de volgende
handelingen:
- Zet de servomotor van stand AUTO naar stand MAN;
- Draai de spindel naar stand 1 en controleer of de
nokken C1 en C2 juist zijn afgesteld (zie afbeelding 09);
- Zet de servomotor terug naar stand AUTO.
Afb. 09 Elektrische aansluitingen
7.9 Instelling shuntpomp CP1
De shuntpomp moet op de juiste pompstand ingesteld
worden, dit is afhankelijk van het aantal leden van de
ketel (zie onderstaande tabel). Deze handeling moet aan
de shuntpomp verricht worden.
Tevens moet de thermische beveiliging op de bijbehoren-
de waarde uit de tabel ingesteld worden.
Afb. 10 Tabel thermische beveiligingsinstelling
Afb. 11 Afstelling eindschakelaars 1
Afb. 12 Afstelling eindschakelaars 2
7.10 Afstelling van de ECO - thermostaten
De thermostaten dienen als volgt afgesteld te worden:
TR1 = 85°C
TR2 = 38°C
TR3 = 40°C
Tmx = 95°C
De drukschakelaar Pmx dient op een druk ca. 20% boven
de gemeten druk bij nominaal bedrijf afgesteld te worden.
16
remeha OD 15C HR